Foto’s maken op reis, ik vind het zo ongeveer het leukste wat er is. Als ik op vakantie ga heb ik dan ook praktisch altijd m’n camera om m’n nek hangen of anders zit ‘ie wel in mijn rugtas. Het leuke aan reisfotografie vind ik dat je je vakantieherinneringen springlevend kunt houden. Er is toch niets heerlijker dan later thuis op een regenachtige dag nog eens terug te kijken naar die wuivende palmbomen in Zuid-Franrijk, of naar plaatjes van prachtige heuvellandschappen in Engeland of beelden van die ene fijne boswandeling in de Ardennen. Maar hoe doe je dat nou, mooie vakantiefoto’s maken? Ik deel vandaag met liefde mijn tips voor reisfotografie!
Kies voor een camera die bij je past
We hebben het allemaal weleens meegemaakt: je staat bij een prachtig uitzichtpunt en voor je het weet word je omringd door andere (hobby)fotografen met kanonnen van camera’s. De ene nog groter dan de andere. Dan kan je je soms een beetje pietluttig voelen met je wellicht wat meer bescheiden camera of je telefoon in de hand. Maar laat je hier niet door weerhouden! Want hoe groot of luxe een camera er ook uitziet, het hoeft echt niet te betekenen dat er standaard geweldige plaatjes uitrollen. Het is vooral de fotograaf die de uitkomst bepaalt. Als je oog hebt voor detail en mooie composities en je weet hoe je met je camera moet omgaan, dan zal je sowieso mooiere foto’s maken dan je buurman met zijn enorme toeter die op de automatische modus iets tot stand probeert te brengen. Daarbij is zo’n knoeperd van een camera ook nog eens niet te tillen, dus als je daar geen zin in hebt, ga daar dan vooral niet voor. Kies voor een camera die bij jou past.
Houd van je van snel kiekjes maken en vind je de kwaliteit van je telefoon prima? Kies daar dan voor. Want als je een grote camera meeneemt op reis en je weet van tevoren eigenlijk al dat je geen zin hebt om daarmee te zeulen, dan is de kans groot dat je hem nauwelijks gaat gebruiken. En dat is natuurlijk zonde.
Houd je van iets meer next-level-fotografie, maar heb je geen zin om kilo’s aan fotoapparatuur en lenzen mee te sjouwen? Kijk dan eens naar een systeemcamera. Je kunt er alle kanten mee op, de beeldkwaliteit is heel goed en het gewicht is vaak prima te doen. Ikzelf ben in het bezit van een spiegelreflexcamera (een Nikon) en een systeemcamera (Fuji x T-20). De Nikon gebruik ik thuis voor foodfotografie, de Fuji gaat altijd met me mee op reis. Hij is niet zwaar, schiet mooie beelden en ziet er ook nog leuk uit met zijn geinige retrolook. Ik schiet praktisch al mijn reisfoto’s met m’n Fuji in combinatie met een 35 mm F/1.4 lens. Fijn compact.
Wel ben ik een beetje om me heen aan het kijken voor een nieuwe camera voor foodfotografie. Het zou kunnen dat ik die camera in de toekomst ook mee ga nemen op reis. Ik neig naar weer een Nikon, wellicht wordt het een systeemcamera uit de serie Nikon Z met een fijne Nikon Z lens erbij. Maar misschien ga ik ook eens een kijkje nemen bij Canon, ik ben er nog niet uit.
Dag automatische stand!
Als je je camera van de automatische stand afhaalt en je een beetje verdiept in hoe je camera werkt, dan kun je zoveel toffere foto’s maken. Als je camera op de automatische stand staat bepaalt je camera hoe je foto wordt. Camera’s zijn best slim en ze kunnen heus wel wat, maar ze weten natuurlijk niet precies wat voor beeld jij in je hoofd hebt. Soms pakt een foto op de automatische stand prima uit, maar vaak genoeg eindigt het met plaatjes die niet zijn zoals je ze bedoeld had. YouTube is je grootste vriend om je alles te vertellen over ISO, sluitertijd en diafragma. Als je dit onder de knie hebt kun je aan de slag met het zelf instellen van je camera en geloof mij: dat gaat uiteindelijk echt toffere beelden opleveren! Ikzelf heb ooit een middag een workshop gevolgd over handmatig fotograferen, daar zou je ook voor kunnen kiezen.
Heb oog voor detail
Als ik iets heerlijk vind om te fotografen op reis, dan zijn het wel de details. Natuurlijk maak ik ook foto’s van mooie uitzichten, gebouwen en landschappen, maar ik vind het minstens zo belangrijk om details vast te leggen. Alle kleine dingen die je vakantie zo fijn maken. Die heerlijke pasta op dat ene knusse terrasje, de mooie bloeiende rozenstruik waar je telkens langsliep op weg naar de bakker, de vlinders die bij de lavendel fladderen, de bijzondere schelpen op dat ene strandje of die onwijs lekkere ijscoupe. Beelden van zulke details brengen je vakantiegevoel als je eenmaal thuis bent in één klap terug, dus leg ze vooral vast.
Speel met scherpte en diepte
Om je foto’s wat interessanter te maken is het aan te raden om te spelen met scherpte en diepte. Kies voor een laag diafragmagetal en focus op dat ene lekkere taartje. De achtergrond zal mooi wazig worden, oftewel bokeh. Als je met je telefoon fotografeert kun je voor de portretmodus kiezen. Ikzelf vind het heel erg leuk om te spelen met scherptediepte. Mooie bloemen op de voorgrond, het kasteel daarachter wazig. Of juist precies andersom. Speel daarmee en wees lekker creatief.
Focus op spontane beelden
Je ziet het veel toeristen doen: ergens gaan staan, schaapachtig glimlachen en een andere ijverige toerist knipt er een foto van. Eerlijk is eerlijk, dat worden nooit spannende beelden. Het is zoveel leuker om een spontaan moment te fotograferen. Je hond die in de zee springt, je vriend die door het bos wandelt of een foto van jezelf terwijl je staat te koken in het knusse vakantiehuisje. Zulke foto’s zijn zoveel leuker dan geposeerde kiekjes.
Welke ‘geposeerde foto’s’ ik wel leuk vind zijn foto’s van een landschap waarbij wel personen in beeld zijn, maar juist niet van de voorkant, maar van de achterkant. Ik noem dat altijd ‘uitkijkfoto’s’. Zo heb je en het mooie landschap erop staan, maar ook nog iets persoonlijks.
Ga niet voor de middenweg
Je kunt een strandfoto maken waarbij je man, hond of kind precies in het midden staat. Prima, niks aan de hand. Maar het is ook een vrij saai beeld. Het is zoveel leuker om het hoofdonderwerp niet precies in het midden te hebben, maar juist een beetje aan de zijkant. En ja, let er natuurlijk ook even op of de horizon recht is.
Geef de voorkeur aan zacht licht
De mooiste foto’s maak je ‘s ochtends vroeg of juist aan het einde van de dag. Fel zonlicht geeft harde schaduwen, zachter licht maakt foto’s doorgaans veel mooier.
Vergeet de bewerking niet
Foto’s kunnen zoveel mooier en sprekender worden als je naderhand wat aandacht aan editing besteedt. Wil je hier graag aan beginnen, schiet je beelden dan in RAW. Met dit ruwe materiaal kun je nog alle kanten op en kun je een serie foto’s precies de sfeer meegeven die jij wilt. Je kunt op internet de wereld aan presets vinden. Sommige zijn gratis, je kunt er ook voor kiezen om een set met presets te kopen in een stijl die je aanspreekt. Speel er vooral mee en kijk wat jij het mooiste vindt voor jouw foto’s. In welk programma ik mijn foto’s edit? Lightroom en dat kan ik je van harte aanraden.
Tot zover al mijn tips op het gebied van reisfotografie. Hopelijk heb ik je een beetje op weggeholpen zodat jij ook voor fijne reisfoto’s kunt maken waar je nog heel lang van kunt nagenieten. Ik kan zelf bijna niet wachten tot mijn volgende vakantie. We gaan naar de Eifel in Duitsland en je begrijpt, mijn camera is sowieso het eerste item dat ik inpak.
Houd jij ook van zo van fotograferen op reis?
* Deze blogpost bevat gesponsorde links
1 Comment
Audrey
20 augustus 2021 at 13:32Fijne tips waar ik inderdaad ook al veel mee kan als complete amateur 😉