Duurzaamheid is een trend. Eén van de meest nuttige trends in jaren wat mij betreft. Steeds meer mensen eten regelmatig vegetarisch, kopen minder spullen en doen aan afval scheiden. Ook nemen veel modeliefhebbers hun shopgedrag onder de loep. Er komen steeds meer kledinglabels op de markt die duurzaam produceren en bovendien zijn er apps zoals United Wardrobe waardoor tweedehands shoppen een stuk leuker wordt. Wil je hier meer over weten? Modeblogger Sara schrijft er op een hele leuke, inspirerende én informatieve manier over.

Ikzelf ben nog niet helemaal thuis in de duurzame modelabels, maar toch heb ook ik een manier gevonden om duurzaam met kleding om te gaan. Hoe? Door goed voor mijn kleding te zorgen. Want dat is naar mijn idee haast nog het allerbelangrijkste van alles. Door een beetje zorgvuldig met je garderobe om te springen kun je er veel langer mee doen en dat is volgens mij het meest duurzaam. Ikzelf ben er in ieder geval behoorlijk fanatiek in en daardoor houden zelfs kledingstukken van winkels die niet bepaald bekend staan om hun topkwaliteit het jaren bij mij uit.

Hoe ik dat doe? Vandaag deel ik mijn veertien (!) gouden tips.

#1 Materiaal

Veel mensen spieken tijdens het shoppen het eerst naar het prijskaartje, maar ik heb een andere volgorde. Ik wil eerst weten van welk materiaal een item gemaakt is. Ik grabbel dus altijd als eerste naar het labeltje met die informatie en laat daar mijn keuze van afhangen. Op welk materiaal ik altijd hoop? Katoen, daar ben ik absoluut het meest fan van. Katoen ademt lekker én blijft lang mooi. Viscose vind ik vaak ook prima. Deze stof is niet helemaal natuurlijk, maar voelt meestal goed aan en blijft vaak ook lang mooi. Verder geef ik de voorkeur aan natuurlijke materialen zoals wol en linnen. Acryl probeer ik te vermijden, net als polyester. Gemixt met andere materialen gaat het nog, maar 100 procent polyester vind ik maar niks. Sommige merken durven er ook nog een heel flink prijskaartje aan te hangen. Het modelabel van Nikkie Plessen bijvoorbeeld, sorry Nikkie. Polyester mag dan wel een sterke stof zijn, maar het draagt totaal niet prettig. Niet fijn dus. En het oogt goedkoop. Van acryl ben ik niet gecharmeerd omdat het heel snel gaat pluizen, dus daar zou ik ook niet snel voor kiezen. Kortom, kies zoveel mogelijk voor natuurlijke materialen, daar heb je vaak het langst plezier van.

#2 Sorteren

Na de aanschaf van je kleding duurt het nooit lang voor de wasmachine in beeld komt. En daar gaat het regelmatig fout, oeps. Ik heb heel vaak shoplogs van grote YouTubers gezien waarin verteld werd dat een item alweer opnieuw was aangeschaft, vanwege een foutje in de was. Zo zonde! Als je je was zorgvuldig op kleur sorteert voorkom je al een hoop fouten. Haal kledingstukken altijd goed uit elkaar om te voorkomen dat er een verdwaalde rode sok achterblijft of dat er een gekleurd hemdje in je witte t-shirt blijft hangen.

#3 Binnenstebuiten

Een heel simpel trucje waardoor kleding langer mooi blijft? Was alles binnenstebuiten. Zo blijven prints van t-shirts bijvoorbeeld veel langer mooi. Wil je kleding buiten laten drogen? Ook dan is ‘binnenstebuiten’ handig, want daardoor verkleurt je kleding minder snel door de zon.

#4 In een zakje ermee

Heb je veel delicate kleding? Dunne stofjes of juist juist iets met pailletten of met kant? Doe zulke kleding eerst binnenstebuiten en stop ze vervolgens in een waszakje. Extra tip: denk ook dan even om de kleuren. Sommige van mijn waszakjes zijn door de zwarte was behoorlijk grauw geworden. Daar moet je dus geen witte kanten blouse in gaan wassen. Ik heb daarom vrij veel waszakjes. Sommige gebruik ik voor de gekleurde was, anderen alleen voor de donkere was en de exemplaren die nog spierwit zijn, die gebruik ik uitsluitend voor witte items.

#5 Alles dicht

Nog een simpele maar doeltreffende tip: doe altijd de ritsen van je spijkerbroeken dicht voor je ze in de was gooit. Ritsen kunnen namelijk knap vervelend zijn en voor je het weet zit je nieuwe t-shirt vol met kleine gaatjes, met dank aan je rits. Ikzelf doe ook altijd de knoop van spijkerbroeken nog even dicht, zodat de rits minder snel open schiet tijdens het wassen.

#6 Niet te warm

Nog een simpele tip: was je kleding niet te warm. Dertig graden is prima. Wasmiddel is tegenwoordig zo goed ontwikkeld dat kleding op die temperatuur prima schoon wordt. Alleen handdoeken, theedoeken, beddengoed, ondergoed, washandjes en vaatdoeken was ik op 60 graden. Bij die temperatuur gaan bacteriën dood en bij zulk soort wasgoed is dat natuurlijk wel zo fris.

#7 Het juiste programma

Ik kies eigenlijk altijd standaard voor het katoen-programma. Dat is voor de meesten soorten was prima. Wil je echter iets van zijde wassen of iets van wol? Kies dan voor het handwas-programma, het liefst gecombineerd met een wasmiddel voor fijne was en wol.

#8 Niet te vol

Het is verleidelijk om je wasmachine lekker vol te proppen, maar uiteindelijk win je er niks mee. Je was wordt dan minder goed schoon. Je moet ongeveer een handbreedte aan ruimte overhouden bovenin de trommel, dan zit je goed.

#9 Doseer

Te veel wasmiddel komt de vezels van je kleding niet ten goede. Bovendien kan je wasmachine ervan gaan stinken, vooral als je altijd te scheutig bent met vloeibaar wasmiddel. Hoeveel wasmiddel je moet gebruiken hangt af van de hoeveelheid was, de waterhardheid en hoe vies de boel is. Kijk op de verpakking van je wasmiddel voor de juiste dosering. Welk wasmiddel ik altijd gebruik? Mijn persoonlijke favoriet is Robijn. Hoeft helemaal niet duur te zijn overigens, bij het Kruidvat is het altijd, maar dan ook altijd, in de aanbieding. 🙂

#10 Aan de lijn

De droger is handige uitvinding maar niet echt bepaald duurzaam in gebruik én niet heel goed voor je kleding. Wil je er zeker van zijn dat je kleding zo lang mogelijk mooi blijft? Vermijd dan de droger. Hang de boel lekker te drogen aan een mooi kledingrek of ouderwets aan de waslijn. Tops en truien hang ik altijd aan plastic kleerhangers, zo blijft het model het mooist behouden en krijg je geen rare afdrukken van knijpers. Voor sommige materialen zoals wol is te vaak wassen niet echt een aanrader. Probeer in zo’n geval het aantal wasbeurten een beetje te beperken en laat je wollen trui eens wat vaker lekker luchten. Aan een kledingrek of buiten aan de waslijn. Het voordeel van een kledingrek is dat je het ook kunt matchen met het interieur. Zo hoef je niet steeds je droogrek op te ruimen.

#11 Direct aan de slag met vlekken

Soms is je kleding nog lang niet versleten, maar ben je geneigd een kledingstuk weg te gooien vanwege een vlek. Kan gebeuren natuurlijk. Toch overkomt het mij zelden, want het komt niet vaak voor dat ik een vlek er niet uit krijg. Dé tip? Direct in actie komen als je een vlek gemaakt hebt. Ik heb verschillende middeltjes in huis die ik in kan zetten. Ouderwetse ossengalzeep werkt vaak het beste. Vlek een beetje nat maken, zachtjes de zeep erin masseren, paar minuutjes laten intrekken en daarna gewoon uitwassen. De meeste vlekken verdwijnen dan als sneeuw voor de zon. Is de vlek nog niet verdwenen? Wat ik dan vaak doe is het kledingstuk binnenshuis nog een paar keer dragen en vervolgens gewoon nogmaals behandelen met een vlekkenmiddel en daarna wassen. De meeste vlekken slijten er op den duur vaak alsnog wel uit. Nog steeds een vlek? De zon kan ook veel doen!

#12 Azijn is fijn

Door de geur zou je het misschien niet direct zeggen, maar gewone natuurazijn (geen schoonmaakazijn) is heel goed voor je wasgoed. Het maakt je was zacht, is goed voor het kleurbehoud, werkt tegen zweetgeur én maakt ondertussen je wasmachine schoon. Wat ik tegenwoordig vaak doe is de wasverzachter compleet weglaten en in plaats daarvan wat witte azijn in het bakje gieten. Ruik je achteraf niks van! En nog een voordeel: het is lekker goedkoop ook nog.

#13 Laat iets maken

Ook al doe je nog zo je best, het kan natuurlijk helaas nog steeds gebeuren dat er iets stuk gaat. Een rits geeft de geest, een knoop valt eraf, een zoom laat los. Vervelend, maar nog steeds geen reden om je kleding zomaar weg te gooien. Als een kledingstuk mij goed bevalt laat ik het altijd maken door een kleermaker. Ook al heeft het item me bij de aanschaf haast niks gekost. Als ik er veel plezier van heb vind ik het altijd de moeite waard om een kledingstuk te laten repareren. Knoopjes die eraf zijn gevallen kun je heel gemakkelijk zelf aanzetten. Koop wat garen in de juiste kleur en niemand ziet er meer wat van. Heb je een haaltje in je kleding? Duw die dan heel voorzichtig naar binnen met een naald of cocktailprikkertje. Niemand die het ziet!

#14 Scheren maar

Acryl is een materiaal dat vaak gaat pillen, maar ook bij wol ontkom je niet aan pluisjes. Irritant, maar er is heel makkelijk wat aan te doen. Voor een paar euro heb ik ooit eens een heuse pluizentondeuse aangeschaft. Kun je gewoon bij winkels als Blokker kopen. Houd de stof met de pluisjes op een vlakke ondergrond en ‘strijk’ er vervolgens rustig overheen met de pluizentondeuse. Is je mooie wollen truitje zo weer als nieuw!

Tot zover al mijn tips om lekker lang met je kleding te doen. Ik heb een aantal items in de kast hangen die ik behoorlijk tijdloos vind en door er goed op te passen loop ik er rustig jaren in. Soms krijg ik nog een compliment ook. Super leuk toch, met een blouseje van zo’n vijf jaar oud. Ik houd ervan!

Ben jij ook zo’n Pietje precies als het op de was en kleding aankomt? En heb jij nog een gouden tip?

*Deze blogpost bevat gesponsorde links.