Als ik op reis ga neem ik graag een gidsje mee. Dat klinkt heel ouderwets in een tijd waarin zo’n beetje iedereen vergroeid is met zijn mobiele telefoon, maar toch is het zo. Vooral tijdens een citytrip vind ik een gidsje heel fijn. Zo heb je alle relevante informatie over de stad waar je bent handig bij elkaar gebundeld. Als ik online ga zoeken hop ik vaak van de ene site naar de andere en word ik overspoeld met tips, weetjes en bezienswaardigheden. Ik heb dat liever lekker overzichtelijk bij elkaar en bovendien vind ik het leuk om door een boekje heen te kunnen bladeren. Voorheen nam ik vaak een gidsje van de ANBW mee naar mijn vakantiebestemming. Ik heb er meerdere in huis. Toen mijn zusje hoorde dat Jelm en ik onder andere naar Praag en Wenen gingen bood ze ons meteen twee gidsjes aan, want ze was toevallig in beide steden pas nog geweest. Het bleken gidsjes van Time to momo te zijn. Ik had er weleens van gehoord, maar ik had er nog nooit eentje in mijn handen gehad. Ik vond ze er meteen leuk uitzien.
Ze bleken niet alleen mooi van de buitenkant, maar ook de inhoud viel niet tegen. De gidjes van de ANWB zijn prima, maar ook een beetje degelijk en suf. De gidsjes van Time to momo zijn juist het tegenovergestelde, terwijl ze minstens zoveel informatie bevatten. De gidsjes van Time to momo bevatten geen standaard opsomming van bezienswaardigheden en feitjes, maar zijn opgedeeld in meerdere wandelroutes. Deze wandelingen voeren je door verschillende wijken van de stad en zijn gemiddeld zo’n vijf kilometer lang. Het idee is dat als je alle routes gewandeld hebt, je zo’n beetje alle interessante bezienswaardigheden in de stad bent tegengekomen. Heb je niet zoveel tijd? Per route staan elke keer de absolute high lights vermeld, dus je kunt er ook voor kiezen om alleen die te gaan bekijken. Je komt onderweg musea en mooie gebouwen tegen, maar de focus ligt vooral op de plekken waar je lekker kunt eten en drinken, shoppen en leuke dingen kunt doen. Volop genieten dus.
De gidsjes zijn geschreven door Nederlanders die al jaren in de desbetreffende stad wonen en die zich dus inmiddels een ‘local’ voelen. In Praag liepen Jelm en ik voor het eerst een route. Helaas pakte die route voor ons niet zo goed uit en verdwaalden we steeds. Toch deden we in Wenen nog een poging en die verliep wel heel goed. De route voerde ons langs allerlei leuke kleine winkeltjes, mooie gebouwen en de gezelligste horecagelegenheden. De route die wij liepen bestaat uit 36 punten en bij elk punt vind je een korte beschrijving in het gidsje. Zo weet je precies wat er zo bijzonder is aan dat ene koffiehuis, waar je het lekkerste ijs kunt eten en waarom de inwoners van Wenen het concertgebouw uit 1869 in eerste instantie niet mooi vonden. Zo loop je echt op een hele andere manier door een stad. De informatie is kort, vlot geschreven en leest lekker weg. En er staan prachtige foto’s bij. Het boekje is maar klein van formaat, maar weet wel precies de sfeer van de desbetreffende stad goed samen te vatten. We hebben echt genoten in Wenen en hebben meerdere tips uit het boekje opgevolgd. Zo hebben wij bijvoorbeeld een drankje gedronken bij koffiehuis Prückel, een hele leuke plek met een inrichting uit de jaren vijftig. Het is een geliefde plek onder de inwoners van Wenen. Het zag er van buiten alleen niet heel bijzonder uit, dus zonder het gidsje waren we het waarschijnlijk voorbijgelopen.
In de gidsjes vind je bovendien een plattegrond van de stad, maar je kunt de kaart ook via een app bekijken. Dat hebben wij niet geprobeerd, maar dat kan dus wel. Ik ben heel enthousiast over dit concept. Voor ontzettend veel steden is een gidsje verkrijgbaar. Zo kun je er bijvoorbeeld eentje krijgen voor Warschau, Sevilla, Valencia, Stockholm of New York, maar ook voor Utrecht en Maastricht. Heel duur vind ik ze niet, want ze kosten zo’n vijftien euro.
Als ik weer eens op citytrip ga neem ik zeker weer een Time to momo gidsje mee. Kende jij deze gidsjes al?
No Comments