Het was stil op mijn blog vorige week, maar daar had ik een goede reden voor. Ik was namelijk op vakantie! Samen met Jelm en Hermie heb ik de Route du Soleil gevolgd en ben ik warempel nog bij de zon uitgekomen ook. We hebben heerlijke dagen gehad aan de Côte d’Azur. Vandaag deel ik een vakantieverslag plus een hoop zonnige plaatjes.
Dag 1
Onze vakantie start met een lange autorit. De navigatie in onze auto leidt ons het eerste stuk via Duitsland. Voor ons gevoel niet heel logisch, maar we komen wel waar we moeten zijn. Onderweg stoppen we meerdere keren om wat te eten en te drinken en om Hermie even lekker zijn beentjes te laten strekken. Aan het einde van de dag rijden we Frankrijk binnen. In het plaatsje Colmar in de Elzas besluiten we te stoppen. Via de handige website www.dogsincluded.nl hebben we zo een hotel gevonden waar honden welkom zijn.
Nadat we onze spullen in de hotelkamer hebben gezet, Hermie gegeten heeft en de wifi is getest, lopen we het stadje in. Door de zware lunch van vanmiddag bij de McDonald’s heb ik geen zin in nog meer eten. Iets met een oog dat groter was dan een maag… Vriendlief heeft nog wel trek en stapt op verschillende gezellig ogende restaurantjes af. Aan veel tafeltjes zitten mensen smakelijk te eten. Ik moet het woord doen van Jelm, want mijn Frans is beter. In het land der blinden is eenoog tenslotte koning. Helaas moet eenoog vernemen dat alles ‘terminé’ is. De restaurants nemen geen nieuwe gasten meer aan en maken aanstalten om te gaan sluiten. Jelm beent steeds vlugger door het stadje, inmiddels wanhopig op zoek naar een snackbar. Ai, die er niet blijkt te zijn. Om hem wat op te beuren herinner ik hem aan de stukjes versgebakken bananenbrood die ik nog in de auto heb liggen. ,,Ik hoef die rotzooi van jou niet!”, moppert Jelm. Vijf minuten later vraagt hij toch om bananenbrood en weer een paar minuten later zit hij meerdere stukken weg te werken in de hotelkamer. ,,Het vult heel goed”, concludeert hij. De dagen die volgen lachen we nog vaak om die ‘rotzooi’ van mij, die toch verdomde handig bleek te zijn. Volgend jaar neem ik weer bananenbrood mee!
Dag 2
De volgende ochtend maken we een wandeling door Colmar. Een lege maag speelt nu geen rol meer en we zien nog beter dan de avond ervoor hoe idyllisch en fotogeniek het stadje eigenlijk is.
Daarna stappen we weer in de auto en vervolgen onze weg. Na de nodige tussenstops komen we aan het einde van de dag aan op de plaats van bestemming; Cavalaire-sur-Mere. Vol verwachting rijden we de camping op, waar we thuis een bungalow hebben geboekt. Je weet tenslotte nooit wat je aantreft. Onze bungalow blijkt op een prachtig plekje te staan en we zijn direct enthousiast. We parkeren vlug onze spullen en hobbelen dan naar het restaurant van de camping, tijd voor pizza!
Dag 3
‘s Morgens vroeg halen we sap en verse croissants bij de supermarkt in de buurt en installeren we ons op de veranda van onze bungalow. Het zonnetje schijnt en in de verte zie ik de zee. Ik kom er helemaal van in de vakantiestemming.
We besluiten daarna in de auto te stappen en een kijkje te nemen in het centrum van Cavalaire-Sur-Mere, wat een paar minuutjes rijden is vanaf de camping.
We slenteren over de boulevard, kijken in de haven en Hermie leert een belangrijke levensles: zout water is niet lekker.
Saint-Tropez is niet ver weg en omdat ik er al eens eerder ben geweest weet ik dat het een leuk plaatsje is om te bezoeken. Eenmaal daar aangekomen loeren we naar de gigantische boten in de haven en gluren we in de etalages van chique winkels. We strijken vervolgens neer op een terrasje voor een verkoelend drankje.
Daarna gaan we weer verder met window-shoppen. Hermie kan het niet laten om bij een zeer luxueuze winkel de gehele marmeren entree onder te pissen. De winkelmedewerkster komt direct aangesneld met een keukenrol en tussen al het chique gebeuren ben ik gedwee bezig om het stoepje schoon te vegen. Hebben wij weer! Na er hard om gelachen te hebben, valt mijn oog op een groot pand van Dior. Hermie zijn blaas moet wel leeg zijn na die gigantische plas, dus ik durf het wel aan om daar te gaan zitten. Jelm vindt het veel te duur en dat is ook zo, maar het lijkt me hilarisch om daar taartjes te gaan eten. Nadat ik beloofd heb dat ik trakteer, stemt Jelm toe. Met onze Scapino-rugzak in de hand installeren we ons tussen alle bezoekers met designertassen.
Terwijl we wachten op ons gebak analyseren we elke gast op het terras. Die gebruinde man daar met die sjaal om, wat zou hij doen voor de kost? Hij ziet er rijk uit. Zou hij een zanger zijn? Of zit hij in de mode? En waarom draagt hij met dit warme weer in godsnaam überhaupt een sjaal? Hij heeft ravenzwart haar. Ik denk geverfd. Even later zet hij een grote bril op om de menukaart te kunnen lezen. Hij ziet er opeens heel anders uit. Nadat hij zijn keuze heeft gemaakt zet hij de grote bril gauw weer af, zo ijdel is hij wel. We vermaken ons uitstekend met het uitzicht op deze intrigerende man. Ook zien we meerdere lelijke kerels met grote kettingen om hun hals rondstappen op preppy loafers. Ze zien eruit als uitsmijters, maar met die schoenen aan hun voeten is het een vreemd geheel. Ze hebben vaak een jongere vriendin bij zich, die er doorgaans een stuk beter uitziet. Die loafers slaan nergens op, concluderen wij. Goede smaak is niet te koop, dat blijkt wel weer.
Na een tijdje arriveren onze taartjes. Ze zijn wat pietluttig van formaat, maar ze smaken heel goed. Die krengen kosten 14 euro per stuk, maar dan krijg je er wel een vermakelijke ervaring bij cadeau. Ik heb er geen spijt van, als groot liefhebber van taart.
We vervolgen onze weg door het luxe badplaatsje. We komen een Cavalier tegen en natuurlijk wil Hermie graag even snuffelen. Sowieso komen we deze vakantie opvallend veel Cavaliers tegen. Het is blijkbaar een populair ras in Frankrijk. We maken een praatje met de Vlaamse eigenaars van de Cavalier en ik informeer belangstellend naar de vacht van het hondje, want die ziet er schitterend uit. Hermie oogt behoorlijk afgeragd naast het keurige beestje, dat verder best wel zijn evenbeeld is. Ik vis gauw mijn fototoestel uit de tas voor een foto.
Als we in Saint-Tropez langs een banketbakkerij lopen kunnen we het niet laten om nog wat taartjes te halen voor op de camping. Tarte Tropézienne is iets typisch van de streek. Jelm at het al bij Dior, maar ik heb het nog niet geproefd, dus nemen we er eentje mee. Verder zien we hele aanlokkelijke tompoucen, dus ook die reken ik af.
Eenmaal terug op de camping schuiven we direct de tompoucen op een bordje. Zo zijn we nu eenmaal. Nom, nom, nom! Ondertussen woedt in Nederland de discussie over gezond eten naar aanleiding van het interview van de dames van The Green Happiness in de NRC. Vermakelijk om op afstand te volgen. Ik leef trouwens volgens The Sweet Happiness, word ik zelf heel happy van.
‘s Avonds hebben we geen zin meer om uit eten te gaan en kook ik zelf. Stiekem vind ik het heel erg leuk dat ik tijdens deze vakantie zelf kan koken! In een hotel gaat dat niet, maar in deze bungalow zijn potten en pannen aanwezig dus kan ik lekker wat aanrommelen. In een grote supermarkt, de Carrefour, doen we boodschappen. Het is leuk om te zien wat voor andere producten ze verkopen en verbazen ons over wat ze wel en niet hebben. Ik koop lekker wat groente en flans een pasta in elkaar.
Dag 4
We ontbijten weer op de veranda. Het uitzicht verveelt nog niet. Jelm heeft gelezen dat er in de bergen een klooster moet zijn dat het bezoeken waard is. De route ernaartoe schijnt heel mooi te zijn met smalle weggetjes door de bergen. Of ik daarheen wil. Natuurlijk wil ik dat wel! Na ons ontbijt gaan we op pad.
Als we onderweg zijn komen we halverwege een brocante tegen. Zo leuk! In Nederland gebruiken we voor hetzelfde fenomeen het woord vlooienmarkt en hier heet dat gewoon ‘brocante’. Slimmeriken hoor, die Fransen. Ouwe rommel of niet, ik vind het wel even leuk om er tussen te neuzen. Wie weet kom ik nog een mooi kommetje of bordje tegen die het goed zou doen op een foodfoto. Ben ik altijd voor te porren.
Ik kom geen servies tegen dat ik leuk genoeg vind om te kopen. Wel vis ik bij twee verschillende kraampjes een mooie armband uit al het puin.
Eenmaal in de bergen rijden we een aantal keer verkeerd maar weten uiteindelijk het klooster wel te bereiken. Het is inderdaad een mooie route met prachtig uitzicht.
Bij het klooster verwonderen we ons over het feit dat er mensen zijn die hier vrijwillig willen wonen. Wij zouden ons dood vervelen, denken we. Het lijkt ons erg eentonig. We rijden snel door naar het pittoreske dorpje Collobières dat ook in de bergen ligt. We zijn toe aan een lekkere lunch. We ploffen neer op het eerste het beste terrasje dat we er aanlokkelijk uit vinden zien. Het blijkt een tentje te zijn waar ze allerhande wijnen en bieren serveren. Ze hebben geen lunchkaart. Wel serveren ze uitgebreide borrelplanken met allerlei hapjes uit de streek. Dat zien we wel zitten!
En wie ligt daar op de stoel achter ons? Het is Misty, de Vlaamse Cavalier die we de dag ervoor in Saint-Tropez zagen. Wat een toeval!
We maken nog een ommetje door het schattige dorpje en stappen dan weer in de auto.
We rijden via de kust terug. Ik zie wat strandtenten langs de boulevard en wil er graag even uit voor een drankje.
‘s Avonds rijden we naar Saint-Tropez om uit eten te gaan.
We belanden uiteindelijk bij Brasserie Des Arts. Je kunt er 125 gram kaviaar bestellen voor een luttele €875,-. Wel ja, alsof het niets is. Gelukkig hebben ze ook een dagmenu voor zo’n dertig euro. Na heeeeeeeel lang twijfelen besluiten we toch daarvoor te gaan. Die kaviaar doen we wel een ander keertje. We hebben uitzicht op een pleintje waarop druk jeu de boule wordt gespeeld. Franser kun je het niet hebben.
Na het eten scharen we ons tussen de andere toeristen en kijken we naar de enorme jachten in de haven. Sommige rijkaards zitten doodleuk op het dek te dineren terwijl een bediende hun eten serveert. ,,Ik zou me zeer ongemakkelijk voelen”, zegt Jelm. Ik knik instemmend. Aan boord van sommige schepen zien we bloemstukken en brandende kaarsen. Wie zet er nou in vredesnaam een bloemstuk neer op zijn boot? We kunnen er met ons verstand niet bij. De rijke stinkerds lijken geen last te hebben van alle toeristen die hen als aapjes zitten te bekijken. Ze voelen zich blijkbaar goed thuis in de door henzelf gecreëerde dierentuin. Wij lachen erom en crossen dan snel weer naar onze camping. Daar voelen wij ons dan weer meer thuis.
Dag 5
We gaan naar Monaco! We banjeren met Hermie door een warm en druk Monte Carlo. De stad is van zichzelf al erg chaotisch door alle hoogteverschillen en het feit dat ze op meerdere plekken aan het bouwen zijn, maakt het er niet rustiger op.
We lopen langs het racecircuit, we zien het bekende casino en belanden daarna op een lawaaierig terrasje. We hebben het warm en Hermie puft. Ik sprint nog even snel de Zara in en koop warempel ook nog wat en daarna zoeken we lekker onze auto met airco weer op. We waren van plan om op de terugweg te stoppen in Nice, maar we hebben er geen zin meer in. Het is vandaag 28 graden, we gaan liever zwemmen! Er mogen officieel overdag geen honden op het strand, maar we wagen het erop. We kiezen voor een rustig strandje. Het is inmiddels zes uur geweest en de meeste badgasten zijn verdwenen. Niemand spreekt ons aan, dus we grijpen onze kans.
We proberen Hermie te enthousiasmeren voor de zee, ook al weten we dat hij niet zo’n waterratje is. Toch lukt het ons om hem met zijn pootjes in het water te krijgen. Even lekker afkoelen. Veel verder wil hij niet. Hij blijft mooi wachten op het strand en vermaakt zich daarna uitstekend op de handdoek, die eigenlijk voor mij bedoeld was.
Op de terugweg rijden we langs de Spar, waar ze voor de winkel een schattig groentemarktje hebben gecreëerd. We halen wat boodschappen zodat ik ‘s avonds kan koken.
Dag 6
Onze laatste dag aan de Côte d’Azur breekt aan. Wat gaat het snel! We gaan vandaag naar Cannes. Het is een ietwat bewolkte dag, maar alsnog lekker warm. Prima weer om een stad te bezoeken. We rijden erheen via een toeristische route langs de kust.
Eenmaal in Cannes bestellen we op een terrasje een Caesar salad, een van de weinige dingen op de kaart zonder vis. Denken we. Toch smaakt de salade alsnog visachtig. We vragen aan de ober hoe dat kan. Blijkt dat ze ansjovis door de saus hebben gedaan. Typisch.
We lopen verder langs de boulevard en eindigen in een grote winkelstraat. Ik duik een paar winkels in, maar koop niets.
Wel bestellen we een duur, maar bijzonder ijsje in de vorm van een bloem. Terwijl ik een foto van het ijsje probeer te maken kan Hermie, die ijs inmiddels uit duizenden herkent, het niet laten om ook een likje te nemen. De kleine smeerkees.
‘s Avonds gaan we gezellig uit eten bij een strandtent niet ver van onze camping vandaan.
Dag 7
We pakken al onze rotzooi weer in en verlaten onze fijne bungalow. We stonden trouwens op camping Cros du Mouton. Kan ik iedereen aanraden! Een fijne camping op een schitterende plek.
We rijden vandaag een behoorlijk eind. Onderweg stoppen we regelmatig om Hermie uit te laten en om even wat te eten. Bij de Autogrill aan de kant van de weg bestellen we verrassend lekkere hamburgers.
We rijden door tot de Franse stad Nancy, daar zoeken we een hotelletje. De site www.dogsincluded.nl biedt weer uitkomst. We hebben geen zin om naar het centrum te rijden en blijven aan de rand van de stad hangen. We belanden in hotel Ariane. Het oogt van buiten ietwat sjofel en dat komt overeen met de binnenkant. Achter een oude houten balie zit een jongen in een onaantrekkelijke fleecetrui. In de ruimte staan verder wat smakeloze rode leren banken en een treurige plastic plant. We kijken elkaar aan. Doen of niet? We zijn moe en besluiten het gokje te nemen. Als we de sleutel van de kamer in het slot steken houd ik mijn adem in. Please, laat dit geen gore rotzooi zijn. Het valt gelukkig erg mee. De kamer is niet per se mooi, maar wel keurig schoon. De volgende ochtend nuttigen we snel een ontbijtje in de troosteloze eetzaal met systeemplafond en pakken daarna vlug onze spullen in. Hermie zit angstvallig voor de deur. Hij moet er duidelijk niet aan denken om hier achtergelaten te worden. Ik begrijp hem volledig. Om kwart over negen zitten we in de auto. Zo vroeg hebben we het de hele vakantie nog niet gepresteerd om te vertrekken.
We moeten vandaag nog zo’n 600 km rijden en dan zijn we thuis. Onderweg eten we voor de laatste keer dikke vette hamburgers en om vijf uur stappen we ons eigen huis weer binnen. Hermie ploft direct op zijn kussen. Hoe mooi op vakantie gaan ook is, thuiskomen is ook wel weer erg fijn.
We hebben ontzettend genoten aan de Zuid-Franse kust en ik denk dat we nog wel een keertje zullen gaan. Er is daar zoveel te zien en de bungalow op camping Cros du Mouton is mij zo goed bevallen dat ik er gerust nog een keertje eentje zou boeken.
No Comments