Wanneer wij vroeger thuis spruitjes aten, dan aten we ze altijd gekookt. Jelm eet ze het liefste nog steeds zo, maar ikzelf wilde weleens wat anders. Met spruitjes kun je namelijk zoveel meer kanten op dan alleen koken. Ik gooi ze graag in de wokpan. Heerlijk met wat ui, champignons, spekjes en kerrie. Het is inmiddels mijn favoriete bereiding van deze kleine groene kooltjes. Vandaag deel ik mijn receptje.
Ingrediënten
voor 2 à 3 personen
500 gram spruitjes
250 gram kastanjechampignons
125 gram gerookte spekjes
1 ui
1 teentje knoflook
2 theelepels kerrie
peper en zout
Wat moet je doen:
- Hak de kontjes van de spruitjes af en verwijder de buitenste blaadjes. Breng ondertussen een pannetje met water aan de kook. Gooi de spruitjes voorzichtig in het water en kook ze vervolgens in zes minuutjes beetgaar. Giet ze daarna af.
- Dep de champignons schoon met een stukje keukenpapier en snijd de uiteindes van de steeltjes eraf. Snijd de champignons in plakjes. Snipper de ui.
- Zet een wokpan op het vuur en voeg de spekjes toe. Laat de spekjes een paar minuutjes uitbakken. Extra olie toevoegen is niet nodig, de spekjes zijn van zichzelf vet genoeg.
- Voeg daarna de champignons, de ui en de kerrie toe. Bak dit zo’n twee minuutjes mee en schep het tussendoor goed om.
- Pers het teentje knoflook uit en voeg dit toe aan de pan. Gooi ook de spruitjes erbij. Wok het geheel nog zo’n vijf minuutjes.
- Breng op smaak met peper en zout.
Ikzelf eet dit het liefst met een flinke schep zelfgemaakte aardappelpuree. Zo lekker! En heel gezond, want spruitjes bevatten ontzettend veel vitamine C. Nog meer dan sinaasappels schijnt. Kun je het je voorstellen?
Ik ben heel benieuwd hoe jij spruitjes het liefste eet. Wat is jouw favoriete manier van bereiden?
Mocht je dit een leuke blogpost vinden, deel hem dan gerust op social media, dat vind ik leuk. 🙂
No Comments