Vervolg van dag 5
We zijn de Poolse grens inmiddels gepasseerd. Aan het einde van de middag komen we in de buurt van kamp Auschwitz. Hier willen we morgen naartoe gaan. Op een forum op internet heb ik gelezen dat er vlakbij Auschwitz een hotel staat met een camping ernaast. We hebben besloten daar te gaan slapen vannacht. Maar eerst gaan we wat boodschapjes doen. We stappen een ontzettend grote Lidl binnen, die alle dagen van de week open is, ook op zondag. Polen is veel moderner dan ik me had voorgesteld. Althans, het stuk waar wij doorheen rijden. We hebben onderweg alleen maar super nette eigentijdse auto’s gezien. De huizen zijn veelal groot, de tuinen netjes.
Op de een of andere manier hebben we het adres van de camping niet goed ingesteld, want we komen eerst in een woonwijk uit. Daarna doe ik nog een poging en gaat het wel goed. Even later meld ik me bij de receptie in het hotel. De camping ligt inderdaad pal naast het hotel en is erg ruim en keurig. We mogen zelf een plekje uitkiezen. ‘s Avonds kook ik voor het eerst in de camper. We hebben ‘s ochtends in Tsjechië wat groente gekocht en die wil ik verwerken in een eenvoudige wokmaaltijd met rijst en wat kip. Ik denk sugarsnaps gekocht te hebben, maar volgens mij zijn het gewoon peultjes, haha. ‘s Avonds willen we nog even gezellig buiten zitten, maar heel ideaal blijkt dat niet te zijn. Ik word opgegeten door de muggen, niet normaal. Jelm hoeven ze niet, maar mijn hele benen zitten binnen no time onder de bulten.
Dag 6
De volgende ochtend staan we een beetje op tijd op en wandelen we naar het kamp, wat zo’n vijf minuutjes lopen is. We ontdekken dat er ook een camping is pal tegenover het kamp, maar ik ben blij dat we daar niet staan. Ik hoef niet ‘s ochtends bij het wakker worden meteen al die wachttorens te zien. Ik krijg sowieso een bedrukt gevoel van deze hele omgeving. Ik wilde zelf Auschwitz een keer bekijken, maar nu ik er eenmaal ben voel ik me toch wat zenuwachtig. Jelm heeft gisteravond ontdekt dat het eigenlijk verstandiger was als we van tevoren toegangstickets hadden gereserveerd, want nu is het nog maar de vraag of we het kamp vandaag kunnen bezoeken. Er worden per dag namelijk maar een bepaald aantal bezoekers toegelaten, anders wordt het veel te druk in het museum. Vandaar dat wij om half negen al op pad zijn, want hoe vroeger, hoe groter de kans dat we het kamp vandaag nog kunnen bezoeken. Onze theorie klopt, want het is ‘s morgens nog niet zo druk, dus kunnen ook wij het kamp bezoeken. We lopen door de detectiepoortjes en Jelm zijn rugtas wordt te groot bevonden. Die moet in een lockertje, die van mijn mag ik wel op mijn rug houden. Je hoeft overigens geen geld te betalen om het kamp te mogen bezoeken, de entree is vrij. Als je een rondleiding wilt met een gids moet je wel iets betalen. Wij kiezen ervoor om zelf rond te lopen en kopen een klein gidsje, die ook in het Nederlands verkrijgbaar is. In het kamp is een route uitgezet waardoor je alles overzichtelijk kunt bekijken. Via de beruchte poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’ betreden we het terrein. Afschuwelijk. Alles wat we zien is afschuwelijk.
Dat er ooit mensen geweest zijn die het een goed idee vonden om dit andere mensen aan te doen is onvoorstelbaar. Alles wat we zien wisten we al, maar dat maakt het niet minder aangrijpend. Om het in het echt te zien is heel anders dan erover lezen. Ik ben al eens in kamp Dachau geweest, dus ik wist wat ik kon verwachten. Maar het blijft alsnog erg heftig. Ook al zien we het ene bewijsstuk na het andere, het blijft ongelofelijk dat dit echt gebeurd is. We zien honderden schoenen op een grote berg. Chique damesschoenen met een hakje, grove werkenschoenen en piepkleine schoentjes met dunne vetertjes. Bergen met blikjes schoensmeer, scheerkwasten, brillen en protheses. Alles wat de mensen uit het kamp hadden werd hun afgenomen. Hun weinige spullen, hun haar, hun vrijheid, hun eigenwaarde. Daar word je stil en koud van. We zien honderden foto’s van gevangen. Niemand van hen kwam levend terug. Om nog maar te zwijgen van de foto’s van uitgemergelde mensen. Als ik lees over de medische experimenten word ik helemaal misselijk. Het is bizar om te zien hoe ‘efficiënt’ het kamp is ingericht. Overal is over nagedacht. Niet te bevatten wat er allemaal bedacht werd om mensen de dood in te jagen. De route leidt ons langs verschillende barakken met tentoonstellingen. In de ene barak zien we hoe de gevangen sliepen en waar ze zich moesten wassen, in andere barakken hangen vooral veel foto’s met tekst. Ik lees alles en voel tranen achter mijn ogen prikken. Ik zie een fotootje waarop een groepje kleine kinderen te zien is. Ze hebben winterjasjes aan en richten zich tot een militair met de vraag of hun ouders nog terug komen. Het antwoord kun je wel raden. Ik kan hier werkelijk niet tegen. Verschrikkelijk.
Je kunt nog met een pendelbus richting kamp Birkenau gaan. Ik heb gelezen op een forum op internet dat dit kamp nog iets authentieker moet zijn, want in het kamp dat wij vandaag bezoeken is veel vernietigd en later weer hersteld. Dat maakt het wat mij betreft niet minder intens. Nog authentieker vind ik geen meerwaarde, alleen maar nog enger en naarder. Wij slaan Birkenau dus over. We hebben meer dan genoeg gezien. We lopen terug naar de camper, waar Hermie op ons wacht. Ook al staat de camper in de schaduw, staan de ramen open en is het niet overdreven warm, toch heb ik er een hekel aan. Ik laat het hem het liefste niet alleen, maar het kon nu helaas niet anders. Hij heeft er slechts een paar uurtjes gezeten en is braaf gaan slapen. We gaan even wat brood eten en doen de afwas. Het plan was om nog een nacht op deze camping door te brengen, maar we hebben het wel gehad. Ik hoef hier niet langer meer te zijn. We stappen in de auto en rijden alvast naar Krakau, want we eigenlijk de dag erna zouden doen.
Onderweg zoek ik via mijn telefoon een camping op. Eigenlijk willen we nog wel graag naar het bos. Lekker wandelen, even heel iets anders doen dan onze activiteit van vanochtend. We hoopten dat we onderweg een mooi bos zouden tegenkomen, maar we zien niet echt een geschikte plek waar we kunnen stoppen. Ik pak daarom mijn telefoon er weer bij en lees uiteindelijk over het Wolski bos bij Krakau. Het blijkt een prachtig bos te zijn met leuke kronkelpaadjes en hoogteverschillen. Ik vind het echt een sprookjesachtig mooi bos. Hermie is helemaal blij en we vinden dat hij deze wandeling zeker verdiend heeft na zijn goede gedrag van vanmorgen.
We hebben onze camper geparkeerd op een parkeerterreintje met een slagboom. We hebben alleen geen Pools geld op zak, dus het is even spannend hoe we de parkeerkosten kunnen betalen. We doen echt alles op de bonnefooi, haha. Gelukkig is er een klein kioskje in de buurt en de man aldaar vindt het geen probleem om een paar euro’s met ons te wisselen voor Zloty. Lekker makkelijk. Daarna rijden we door naar de camping die ik heb uitgezocht. De camping heet Smok en dat vinden we maar een rare naam, maar uiteindelijk valt het ons niets tegen. Ik ben blij verrast over de camping! Ik vind het er gezellig en groen. Niet heel klein, maar ook niet mega massaal. We mogen wederom zelf een plaatsje uitkiezen. Het lijkt ons leuk om ‘s avonds uit eten te gaan. Ik zoek op mijn telefoon naar restaurants op loopafstand. Hermie zal helaas weer in de camper moeten blijven, want ik heb van het meisje bij de receptie begrepen dat het niet heel gebruikelijk is in Poolse restaurants om je hond mee te nemen. Het eerste restaurant dat ik op het oog heb blijkt vol te zitten wegens een feest, begrijp ik nadat ik gebeld heb. Het tweede restaurant dat me leuk lijkt heeft nog wel plek. Ik vraag toch nog even of honden misschien welkom zijn, want je kunt het nooit weten. Helaas mag Hermie echt niet mee, dus gaan we zonder hem op pad. Het restaurant blijkt hoog gelegen te zijn en is vrij chique. Voor Nederlandse begrippen is het echter niet duur. We hebben schitterend uitzicht, wat zitten we hier mooi! Ik ben helemaal blij. Wat een leuke verrassing.
We bestellen allebei een steak met een Jack Daniels whiskey saus. Het vlees is eigenlijk iets te gaar gebakken en de saus is jammer genoeg koud, maar het mooie uitzicht maakt alles goed. De groente en de aardappeltjes zijn wel perfect, net als het toetje.
Dag 7
We worden ‘s morgens op tijd wakker na een prima nacht. We hebben bedacht om in het centrum van Krakau gezellig te gaan ontbijten. Toch duurt het nog even voor we daadwerkelijk aan het ontbijt zitten, want de camperdeur valt per ongeluk in het slot. En de sleutel ligt nog binnen. ,,Wat moeten we nou?”, vraag ik aan Jelm. Godzijdank blijkt dat hij het deurtje van de opbergruimte onder de camper open heeft laten staan. Door die ruimte zou ik via een kastje weer de camper in kunnen kruipen. ,,Denk je dat het gaat passen?”, vraagt Jelm. ,,Het maakt me niks uit of het gaat passen, het zal moeten!”, zeg ik terwijl ik me naar binnen wurm. Halverwege kom ik erachter dat ik me beter om kan draaien en dat lukt me warempel ook nog. Ik lig helemaal opgevouwen en wurm me langzaam vooruit. We moeten ondertussen verschrikkelijk lachen. ,,Krijg je het kastdeurtje wel open?”, vraagt Jelm bezorgd. ,,Die heb ik al opengetrapt”, roep ik. We komen nu al helemaal niet meer bij, haha. Ik hoefde trouwens amper te trappen, want met een zacht duwtje met mijn voet ging het kastje open en kon ik erdoor de kruipen en zo sta ik uiteindelijk weer in de camper. Ik krabbel overeind en kan de deur van binnenuit weer opendoen. Pfff, wat een ochtendgymnastiek op de vroege ochtend. Pas om een uur of elf gaan we richting de bushalte om naar het centrum te gaan. Als we uit de bus komen moeten we nog een klein stukje met de tram. Ook hier is het openbaar vervoer perfect geregeld. Eenmaal in het centrum van Krakau laten we ons tickets voor een sightseeing-bus aansmeren. Maar voor we een rondje met de bus door de stad gaan maken willen we eerst eindelijk iets eten, dus ploffen we neer op één van de eerste terrasjes die we zien. We bestellen allebei Pierogi, want dat heeft Daan ons aangeraden. Ook bestellen we beide een salade. Pierogi doet mij een beetje denken aan ravioli. Het vult heel erg goed.
Daarna gaan we op pad met de hop-on-hop-off-bus. We gaan bovenin zitten, want zo kun je alles het beste zien. Maar de zon schijnt en dat is toch wel erg warm, vooral voor Hermie. We verhuizen daarom maar naar de achterste stoelen in de bus, want wat gedeelte is afgedekt met een scherm. Helaas werken de oortjes niet achterin de bus, dus kunnen we niks horen over de stad. Wat een verschrikkelijk oude bus is dit. Verschillende stoelen achterin zitten gewoon los, als je niet uitkijkt kiep je er zo uit. We worden er melig van, wat een aanfluiting dit. Normaal mag Hermie natuurlijk niet op de bank zitten in het openbaar vervoer, maar we vinden dat het in deze stokoude bus prima kan. 🙂
Je kunt twee routes rijden met deze sightseeing-bus, maar wij laten de tweede route zitten. Te voet kun je eigenlijk ook ontzettend veel van het centrum zien, want het is best goed te belopen allemaal ontdekken we. Met de bus kun je het oude centrum amper in, dus dan is lopen sowieso een betere optie. Wel zien we overal kleine golfkarretjes die toeristen vervoeren. Die kunnen wel door alle smalle straatjes, dus dat is eigenlijk de handigste manier van vervoer voor toeristen in Krakau. Naast lopen dan. Mocht je deze stad ook eens bezoeken, laat de hop-on-hop-off-bus dan in ieder geval aan je voorbijgaan.
Het centrum van Krakau verrast ons. Wat een gezellige en mooie stad. We komen langs veel terrassen en er rijden meerdere koetsen met prachtig versierde paarden rond. Nou ben ik eigenlijk niet zo heel erg fan van zulke concepten, want ik vind het zielig voor deze dieren dat ze versierd en wel op zo’n warme dag letterlijk voor het karretje van toeristen worden gespannen. Ik hoop maar dat de paarden afgewisseld worden en niet van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat rond moeten lopen. Maar eerlijk is eerlijk, een mooi gezicht is het wel. Het oude centrum wordt omringd door een groenstrook, dus dat is ook fijn voor Hermie. Ik heb trouwens nooit geweten dat Krakau zo’n grote stad is. We ontdekken dat het de tweede grootste stad van Polen is. Wat me verder opvalt is dat ik bijna nergens winkels zie. Die blijken er wel te zijn, maar die zitten allemaal in winkelcentra. In het centrum zitten slechts een paar winkels. Ik moet zeggen dat ik dat eigenlijk wel lekker vind, want anders kom ik toch steeds maar weer in de verleiding om te winkelen en dat heb ik nu helemaal niet. Ik ga alleen heel even de Zara in en dat was het.
‘s Middags willen we de Joodse wijk graag ontdekken. We overwegen om nog een keertje in de sightseeing-bus te stappen, want onze tickets zijn nog geldig. Maar we vinden de bus nog steeds te heet en het duurt een eeuwigheid voor hij vertrekt. Laat maar zitten dus. We willen misschien nog een ritje maken in zo’n geinig golfkarretje, maar Jelm ontdekt dat ook de Joodse wijk eigenlijk helemaal niet zo ver weg is. We besluiten daarom gewoon te gaan wandelen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de Joodse wijk niet zo heel erg spannend vind. We zien wat mooie kerken en synagoges en verder is het er vrij rustig. Wel zijn er straatjes met wat boetiekjes, is er een klein marktje en vind je er veel horeca. Bij karakteristiek oud café gaan we wat drinken. Op de tafeltjes buiten staan oude Singer naaimachines. Geen idee waarom, maar we vinden het wel grappig.
Onderweg komen we een hip Israëlisch restaurant tegen en Jelm wil er graag eten. De zaak heet Hamsa en je kunt er behalve binnen ook leuk buiten zitten. We bestellen allebei Israëlische kebab. We geven Hermie zijn brokjes en daarna gaat ‘ie lekker liggen tukken onder ons tafeltje.
Na het eten lopen we weer terug naar het oude centrum. Het lijkt mij wel leuk om langs het kasteel te wandelen, dat iets hoger gelegen is. We worden teruggefloten; honden mogen niet langs het kasteel wandelen. Belachelijk als je het mij vraagt, maar uiteraard passen we ons aan.
Ik vind het erg sfeervol in Krakau, ik zou nog uren door kunnen wandelen. Het is inmiddels niet zo warm meer, heerlijk. Maar mijn mannen beginnen moe te worden, dus gaan we met het openbaar vervoer weer terug naar de camping. Het is mooi geweest voor vandaag.
Dag 8
Jelm koopt broodjes in het campingwinkeltje en daarna is het tijd voor het ontbijt. En hoog tijd om met Hermie te knuffelen natuurlijk. Het is grappig om te zien hoeveel mensen op de camping ook een hond bij zich hebben. Kamperen is een ideale manier van vakantie vieren met honden, dat blijkt wel weer.
Na het ontbijt pakken we ons boeltje weer in en maken we ons klaar voor vertrek. We gaan vandaag naar Slowakije. Maar voor we daarheen rijden maken we eerst nog een wandeling door het Wolski bos. Het heeft vannacht wat geregend, dus het is nogal glad in het bos. Ik ga meerdere keren bijna onderuit, want de paden zijn niet al te best in het bos. Maar gelukkig kan ik telkens net voorkomen dat ik languit in de blubber lig.
Daarna rijden we richting Slowakije. Rond lunchtijd stoppen we bij een restaurant langs de weg. De binnenkant is volledig met hout betimmerd. We moeten er een beetje om lachen, want erg mooi is het niet. Echte lunchgerechten kennen ze in Polen niet, dat is ons inmiddels wel opgevallen. We bestellen daarom maar wat salade en de appelpannenkoekjes die we op de dessertkaart aantreffen. Kan allemaal hier. De pannenkoekjes zien er misschien niet zo mooi uit, maar ze smaken geweldig lekker. Voor we wegrijden ga ik nog even naar het toilet. Ik zie iets zwarts op mijn been. Door de slechte verlichting kan ik niet heel goed zien wat het is. Ik vermoed wat modder van het bos, of wat opgedroogd bloed van een muggenbult. Ik krab er achteloos wat aan, maar als ik merk dat het maar niet weggaat schrik ik. Ik knijp mijn ogen samen en tuur net zolang tot ik zie wat het is. Een teek! Omg, ik heb nog nooit een teek gehad. Ik denk meteen aan de ziekte van lyme. Ik heb ooit een keer een horrorverhaal gelezen over iemand die blind en verlamd eindigde. Geen idee of het waar is, maar ik word er niet bepaald rustig van. Ik snel terug naar Jelm. ,,We moeten nu betalen, ik moet nu in de camper kijken wat er op mijn been zit”, zeg ik zenuwachtig. Eenmaal in de camper heb ik goed licht en turen Jelm en ik allebei naar de teek. Hij blijkt minuscuul te zijn en zit er waarschijnlijk nog amper een uurtje. Met de tekentang van Hermie heb ik ‘m binnen no time van mijn huid verwijderd. Niks aan de hand eigenlijk. Ik lach om mijn eigen hysterie. Natuurlijk houd ik m’n been de komende tijd goed in de gaten, maar ik verwacht niet dat ik hier iets ergs aan ga overhouden. Ik was er super snel bij en heb hem goed verwijderd. Nadat we er zeker van zijn dat Jelm geen teek heeft gaan we weer op pad. Op naar Slowakije.
Tot zover onze belevenissen in Polen. Alles over Slowakije kun je in de volgende blogpost lezen. 🙂
No Comments