Het is tijd voor het tweede deel over onze campervakantie naar Slovenië en Kroatië. In deel I was ik geëindigd in Slovenië, op camping Pivka Jama. Benieuwd wat we tijdens onze roadtrip allemaal nog meer gedaan hebben? Heel erg veel kan ik wel zeggen. Ik vertel er alles over in deze blogpost, natuurlijk inclusief veel foto’s. 🙂
campervakantie
We hadden allebei nog nooit in een camper gezeten, laat staan gereden, maar toch besloten we er eentje te gaan huren. Het leek ons ontzettend gaaf en nu we inmiddels op vakantie zijn geweest kan ik dat alleen nog maar meer beamen. Het was zo leuk! In deze blogpost deel ik onze ervaringen en tips.
Dit is de laatste blogpost uit de serie over onze roadtrip. Jelm, Hermie en ik zijn inmiddels in Oostenrijk aangekomen!
We hoeven niet lang door Hongarije te rijden, want onze eindbestemming ligt niet zo ver bij Slowakije vandaan. Aan het einde van de middag stevenen we op Budapest af. Tijdens het rijden heb ik op mijn telefoon een camping opgezocht. Die blijkt aan de andere kant van de stad te liggen. En dus crossen we even later door de drukke straten van hartje Budapest. Als ik had gereden waren we gegarandeerd bij een ongeluk betrokken geweest, dat weet ik zeker. Ik ben dus blij dat ik op de passagiersstoel zit en een beetje dommig om me heen kan kijken naar alle mooie gebouwen. Het verkeer laat ik graag aan Jelm over. Voor de zoveelste keer bewijst hij dat hij echt een hele goede chauffeur is. Ik vind dat erg knap, ik ben dan zo trots op hem. Of we nou door de bergen rijden, over hobbelige snelwegen of door een mega druk stadscentrum, Jelm loodst onze camper overal probleemloos doorheen.
Snelwegen komen we niet meer tegen, wel heel erg veel bergen. Hermie, Jelm en ik zijn inmiddels in Slowakije! Ik had vooraf niet echt een voorstelling van dit land, dus ik laat me compleet verrassen. Dat lukt heel goed, want Slowakije blijkt prachtig te zijn. We rijden uren dwars door de bergen en vervelen ons geen seconde. Wat is het hier mooi en groen! Bovenop één van de bergen komen we twee restaurantjes tegen. We parkeren de camper en genieten van het uitzicht. We willen wel even een stukje lopen, dus slaan we één van de wandelpaden in. In de auto heb ik geen problemen met al die hoogtes, maar al lopend ervaar ik dat toch anders. Hermie heeft ondertussen nergens last van en dribbelt in mijn ogen vaak veel te dicht bij de rand. Ik word er nerveus van. Op sommige stukken moet Hermie van mij absoluut aan de lijn. Ik moet er werkelijk niet aan denken dat hij naar beneden rolt. De wandeling hoeft wat mij betreft dan ook niet zo heel lang te duren. Eenmaal terug bij de camper wil Jelm wel wat eten. Ik vind het prima en dus stappen we op één van de twee restaurantjes af. We zien meteen dat er een sticker op de deur geplakt zit. Honden mogen er niet in. ,,We kunnen ook buiten eten”, zeg ik tegen Jelm. Na een paar minuten concluderen we dat het toch wat winderig is buiten, dus moet Hermie alsnog in de camper wachten. Als we een voet over de drempel van het restaurant zetten moet ik gelijk al lachen. Wow, wat is het hier oud en bovenal muf. ,,Hermie ruikt nog beter, hij had hier prima naar binnen gekund”, grap ik tegen Jelm. We turen lang naar de geplastificeerde menukaart. Eigenlijk lijkt geen enkel gerecht ons echt heel lekker. Goedkoop is het wel, je kunt voor nog geen vijf euro een hoofdmaaltijd bestellen in dit restaurant. We kiezen uiteindelijk maar voor ‘patato dumplings with sausage’. Jelm heeft gegoogeld op zijn telefoon wat dumplings zijn en op zijn scherm verschijnen allemaal aardappelbolletjes. Lijkt ons prima, dus bestellen die hap. Even later gluren we nieuwsgierig naar de serveerster die met twee volle borden met witte brij rondloopt. Ze zijn bestemd voor de mensen die voorin het restaurant zitten. Het stel gooit er idioot veel peper en zout overheen. Vliegensvlug lepelen ze vervolgens hun eten naar binnen. ,,Ik hoop niet dat wij die brij ook krijgen”, zegt Jelm. Ik hoop het met hem mee. Even later staat er bord met precies dezelfde witte brij voor onze neus. Onze brij heeft alleen een upgrade, want bij ons liggen er dus ook nog stukjes worst op. Het ziet er verre van appetijtelijk uit. Vooral de worst vind ik er goor uitzien. We hadden eigenlijk twee borden besteld, maar we vinden het totaal niet erg dat we er uiteindelijk maar één geserveerd krijgen. Jelm wil het niet proberen, hij eet alleen wat van de salade en de aardappelpartjes die we ook besteld hebben. Normaal haal ik hem altijd over om in ieder geval een hapje te proberen, maar dit keer doe ik het hem niet aan. Omdat ik het zo sneu vind voor de mensen van het restaurant om hun lokale eten te laten staan, prop ik zelf wel zoveel mogelijk van de witte brij naar binnen. Ik krijg mezelf niet zover dat ik de stukjes worst door mijn keel krijg. Het toetje laten we zitten. Het is niet druk in de zaak en niemand verstaat ons hier, dus we kunnen er rustig een lolletje van maken. We hebben uitzicht op een paar roestige skiliften. Volgens de serveerster worden de liften in de winter nog steeds gebruikt. Het lijkt mij niet goed toe, ik zou er niet graag een ritje mee maken. Na het ‘eten’ gaan we gauw weer naar de camper. Jelm heeft thuis op internet gezien dat er midden op het Slowaakse platteland een camping moet zijn die gerund wordt door Nederlandse eigenaren. Ik vind het goed klinken, dus typen we het adres in. Aan het begin van de avond rijden we camping de Boerenhof op. We worden hartelijk welkom geheten door de Limburgse eigenaar. We mogen zelf een plekje uitzoeken en hij verstrekt ons meteen een verlengsnoer voor de stroom. Daarna schenkt hij ons op de veranda een welkomstdrankje in. We vinden het meteen al leuk op deze plek. De camping is prachtig. Heel ruimtelijk, netjes en open. De staanplaatsen zijn heel royaal. Wat een fijne plek. Uit de vriezer op de veranda mag iedereen zelf ijsjes pakken. Wij hebben er even geen zin meer in om opnieuw een poging te wagen in een Slowaaks restaurant, dus gaan we voor een ijsje. Daarna maken we een wandeling achter de camping. Het is er heerlijk rustig en Hermie kan vrij rondlopen en lekker snuffelen. Op de camping is alles meer dan goed geregeld. Het sanitair is uitstekend, ‘s morgens kun je verse broodjes krijgen en zelfs de wifi-verbinding is oké. Thuis zijn we aan een tv-serie begonnen, maar we hebben het net niet gered om de laatste twee afleveringen te kijken voor we op vakantie gingen. We hebben een televisie in de camper, maar eigenlijk vinden we tv kijken zonde van onze tijd als we op vakantie zijn. Toch maken we voor deze serie een uitzondering. Volgens Jelm is de wifi-verbinding goed genoeg om de serie via zijn laptop te kunnen kijken. We installeren ons met wat chips in de camper en kijken de serie helemaal uit. Als we uiteindelijk weer uit de camper kruipen is het aardedonker. In de lucht fonkelen honderden sterren. Zo mooi! We doen stilletjes aan, want iedereen op de camping ligt al op één oor. Niet lang daarna is het ook donker in onze camper.