Wat ik het allerleukste vind aan bloggen? Gezien mijn journalistieke achtergrond zou je misschien verwachten dat ik schrijven zou antwoorden. Dat vind ik inderdaad leuk om te doen, maar ik ben erachter gekomen dat ik het maken van mooie beelden minstens zo tof vind! Ik ben gek op styling en heb mijn camera ontzettend graag in mijn handen. Ook al heeft het me in het begin behoorlijk wat frustratie opgeleverd, wat het duurde best een tijdje voor ik een beetje fatsoenlijke foodfoto’s kon maken. Niet dat ze nu perfect zijn, maar wel beduidend beter dan in het prille begin.
Hoe komt dat? Ten eerste omdat ik in het begin veel te simplistisch dacht over het maken van foodfoto’s. Ik weet nog heel goed dat ik een spinaziesoepje had gemaakt en die wilde fotograferen voor de blog. Ik had de soep in een mooie kom van Tokyo Design gedaan en die vervolgens op de eettafel gezet. Ik heb een mooi tafelblad vind ik zelf, dus ik dacht; kat in het bakkie, dit gaat helemaal goed komen. Ik legde er nog een lepel naast voor de sjeu en pakte vervolgens mijn camera erbij. Het resultaat? Zeer lelijke foto’s. Korrelig, wazig en een treurige styling. Alles behalve hoe ik het voor ogen had. Teleurgesteld legde ik mijn camera weg en hield ik het fotograferen eventjes voor gezien.
Inmiddels snap ik niet meer hoe ik ooit zo simplistisch kon denken, maar de foto’s van de spinaziesoep heb ik bewaard, als aandenken. Ik ontdekte dat er zoveel meer komt kijken bij het maken van foodfoto’s dan ik ooit dacht. Ik ben me er meer in gaan verdiepen en ben veel gaan oefenen en gelukkig, er kwam verbetering!
Vandaag deel ik alle tips die ik destijds had willen weten met jou.
1. Doe inspiratie op
Alleen al door het kijken naar plaatjes van anderen kun je veel leren. Door vaak naar foodfoto’s te kijken ontdek je je eigen smaak en stijl. Houd je van hele lichte foto’s? Of neig je meer naar foto’s met een donkere styling? Minimalistisch? Of juist wat drukker? Ik heb me vaak laten inspireren door de Food Bandits. Zij zijn van de vrij minimalistische settings en gebruiken veel marmer en lichte achtergronden. Heel mooi vind ik. Maar mijn grote favoriet op het gebied van foodstyling en -fotografie is Marianne Snel van Homecookingdept. Ik vind haar plaatjes zo prachtig en inspirerend! Zij weet eten zo te fotograferen dat het echt tot leven komt. Als ik ooit net zo goed word als zij, dan zou ik een heel gelukkig mens zijn, haha.
En natuurlijk kun je op Pinterest ook heel veel mooie plaatjes vinden. En in de Allerhande of in kooktijdschriften of -boeken. Ik zou zeggen, kijk hier goed naar, sla alles op wat je mooi vindt en probeer het eens na te bootsen. Als je een beetje weet waar je naartoe wilt kun je zoveel gerichter werken dan als je maar wat aanrommelt. In het begin zal het vast niet in één keer goed gaan, maar dat hoort erbij. Laat je er niet door ontmoedigen en blijf gewoon rustig door oefenen. Mijn eerste foodfoto’s waren ook om te janken en ik zag laatst een filmpje van de Food Bandits voorbijkomen waarin zij hun eerste foto’s lieten zien. Echt een hilarisch filmpje. Suus van Food Bandits sloot toen af met de woorden ‘kortom, er is hoop voor iedereen!’ En zo is het maar net.
2. Verdiep je in je camera
Als je je camera in de automatische stand zet kun je direct aan de slag. Het kan prima foto’s opleveren, maar het kan ook zijn dat de camera andere dingen doet dan jij in je hoofd had. Door meer zelf in te stellen kun je beter het effect bereiken dat je voor ogen hebt. En ja, dan moet je je dus een beetje in je camera verdiepen. Ikzelf heb nooit op de automatische stand gefotografeerd, omdat ik graag een contrast in scherpte en diepte wilde hebben. Dus ging ik met het diafragma aan de slag. Met de sluitertijd bemoeide ik me niet, dat liet ik de camera doen. De helemaal handmatige stand? Die vond ik maar eng. Tot ik een middagje een workshop basisfotografie volgde. Ik had mezelf al best wat aangeleerd maar ik leerde er ook zeker nieuwe dingen bij. Sinds die middag fotografeer ik handmatig en dat bevalt mij prima. Vroeger maakte ik vaak mega veel foto’s omdat er regelmatig foto’s bijzaten die niet zo scherp waren en ik kon er maar nooit de vinger op leggen waar dat nou door kwam. Had alles met de sluitertijd te maken. De camera kan namelijk niet ruiken of je vanuit de hand gaat fotograferen of op een statief. Inmiddels weet ik waar ik op moet letten en dus heb ik nooit meer te maken met een lading mislukte foto’s. Als je de tijd neemt om iets meer te leren over hoe je camera werkt, scheelt dat echt veel tijd en moeite. Hoewel ik dus vroeger belachelijk veel foto’s schoot uit onzekerheid probeer ik mezelf tegenwoordig aan te leren om zo min mogelijk foto’s te maken. Ik durf steeds beter op mijn kennis te vertrouwen en dat is heel fijn. Het scheelt ook ontzettend veel tijd met het uitzoeken en bewerken van de foto’s. 🙂
Wil je meer leren over (food)fotografie? Op internet is heel veel informatie te vinden, waardoor je jezelf prima het een en ander kunt aanleren. Op de blog Simone’s Kitchen (Simone is foodfotograaf) kun je bijvoorbeeld veel handige tips vinden. Je kunt haar ook een mailtje sturen met een vraag. Heb ik weleens gedaan en ik kreeg vrij snel antwoord terug. Super leuk dat Simone hier de tijd voor neemt, echt tof. Ook kun je ervoor kiezen om een workshop te volgen zodat je kennismaakt met de basis, waarmee je thuis verder kunt oefenen. Ik zou het doen!
3. Het juiste licht doet wonderen
Licht is een onderwerp waar je mensen vaak over hoort praten. ‘Oh, het licht was niet goed, daarom ziet die foto er niet uit.’ Het klinkt als een smoesje, maar er zit echt een kern van waarheid in. Het juiste licht maakt alles zoveel makkelijker en mooier! Als je gaat fotograferen met fel zonlicht krijg je bijvoorbeeld foodfoto’s met hele harde schaduwen. Fotograferen met weinig licht is ook geen succes. Met welk licht je de mooiste foodfoto’s kunt maken? Die maak je wat mij betreft op een dag waarop het licht bewolkt is. Het licht is dan diffuus en dus niet te hard. Als je een beetje geluk hebt verandert het licht dan ook niet constant, zodat je niet telkens je camera-instellingen hoeft aan te passen. Ideaal. Dus als ik zie dat het goed ‘fotografie-weer’ is duik ik meestal direct de keuken in.
Wat ikzelf heel lang niet heb begrepen is waarom een foto op het ene moment veel blauwer uitvalt dan op het andere moment. Ook dit komt weer door het licht. Zijn je foto’s wat blauwer? Dan was het licht op dat moment koud, dit heb je vaak in de winter of ‘s ochtends vroeg. Aan het begin van de avond, tijdens golden hour, is het licht iets geler oftewel warmer. Als je vaker fotografeert krijg je hier vanzelf kijk op. Mijn favoriete tijdstippen om te fotograferen? ‘s Ochtends om een uurtje of tien. Daarvoor vind ik het licht vaak nog wat te koud, vooral in de winter. Maar daarna is het vaak prima. Ook fotografeer ik wel aan het einde van de middag, wanneer de felle zon verdwenen is. ‘s Middag fotograferen doe ik alleen op een bewolkte dag, anders vind ik het licht vaak veel te fel. Wil je wel graag aan de slag terwijl de zon schijnt? Werk dan met een diffuser om het licht wat te dempen.
Ikzelf fotografeer het liefste voor mijn grote raam in de woonkamer. Daar heb ik lekker veel licht en omdat ik daar al mijn foto’s maak weet ik ook precies hoe het licht daar valt. Als het heel zonnig is fotografeer ik daar niet. Dan verhuis ik mijn setting weleens naar de keuken en ga ik niet pal voor een raam aan het werk. Maar die manier van werken heeft niet mijn voorkeur. Ik werk echt het liefste voor het raam, mits het licht dus niet te fel is.
In de winter is daglicht helaas een stuk schaarser. Voor je het weet is het alweer donker. Voor die momenten heb ik daglichtlampen aangeschaft. Werken prima, maar eerlijk is eerlijk, ik vind daglicht echt charmanter. Als het even kan gebruik ik ze niet. En kook ik ‘s middags dus alvast ons avondeten, haha.
4. Denk na over de achtergrond
Bij het maken van mijn eerste foodfoto’s gebruikte ik dus mijn eettafel als achtergrond. Ik ben dol op mijn tafelblad, maar ik ontdekte al snel dat het voor foodfotografie niet zo heel geschikt is. Veel te druk en bovendien niet wendbaar. Ik ben al snel begonnen met het gebruiken van achtergrondpanelen. Vooral de ‘witte planken’ zie je veel voorbijkomen. Ooit vroeg iemand heel schattig aan mij waar ik die achtergrond gekocht had. Nergens, want ik heb ‘m gewoon zelf gemaakt. Ik timmerde een paar planken van steigerhout tegen elkaar aan en verfde die wit. Mijn eerste echte achtergrond was een feit. Later kocht ik er een marmeren plaat bij en die gebruik ik ook heel veel. Best duur (en loodzwaar!), maar ik vind echt marmer mooier dan folie. Maar eigenlijk kan zoveel als achtergrond dienen. Het blad van een bijzettafeltje, een paar oude planken uit de schuur, een dienblad of een mooie lap stof. Alles kan en het hoeft niet duur te zijn. Juist de dingen die er een beetje ‘afgeragd’ uitzien kunnen voor veel sfeer zorgen in een foto, zoals oud hout of een veelgebruikte bakplaat. Marmer geeft bijvoorbeeld een meer cleane look. Ik heb zelf nog een achtergrond gemaakt door een stuk hout structuur te geven met wat muurvuller en dit vervolgens wit te schilderen. Dit idee komt bij blogger Lucie vandaan. Op haar blog vind je nog veel meer tips over hoe je zelf achtergronden kunt maken.
Deze achtergrond heb ik zelf gemaakt naar idee van blogster Lucie Beck. Op zich is de achtergrond heel wit en clean, maar door de structuur wordt de achtergrond toch een stuk levendiger.
Deze achtergrond met houten planken maakte ik dus heel simpel zelf.
Bij deze foto gebruikte ik een stuk witte stof als achtergrond. Wel legde ik er nog een stuk wit papier onder, omdat de vloer anders door de stof heen scheen.
Bij deze foto gebruikte ik mijn marmeren plaat als achtergrond.
5. Maak je foto af met props
Een wit bord is altijd goed en laat eten mooi uitkomen. Maar het kan op den duur ook wat saai zijn. Ikzelf werk daarom graag met veel verschillende attributen, oftewel props. Ik heb allerlei borden in huis en minstens zoveel verschillende kommetjes. Vintage spullen kunnen veel karakter geven aan je foto, dus ga niet alleen voor nieuwe items. Verder heb ik veel verschillende snijplankjes in huis die ik vaak gebruik tijdens het fotograferen. Ook theedoeken en stoffen servetten zijn ideale props. Het is natuurlijk ook altijd leuk om er bestek bij te leggen. Het beste kun je kiezen voor bestek dat niet glanst, zodat het niet weerspiegelt. Fotografeer je een taart? Leg er dan vooral een taartschep bij. Of een groot mes of wat dacht je van wat schoteltjes? Eten zelf kan ook een ideale prop zijn. Heb je een aardbeientaart gemaakt? Leg er dan wat losse aarbeien bij. Zit er sinaasappel verwerkt in je gerecht? Stijl je gerecht dan af met een doormidden gesneden sinaasappel. Wil je meer weten over mijn favoriete props en waar ik die graag op de kop tik? Houd de blog dan in de gaten, want ik wijd er binnenkort een aparte blogpost aan.
6. Kies voor negative space
Je kunt je bord eten precies in het midden zetten dan een foto maken, maar het beeld wordt dan al gauw wat saai. Het is interessanter om het bord bijvoorbeeld wat meer naar links of rechts te zetten en iets meer leegte laten zien. Je kunt die opvullen met props, maar het kan juist ook heel mooi zijn om bewust een gedeelte van de foto leeg te laten, ook wel negative space genoemd. Het zorgt voor rust in je foto en hoeft helemaal niet saai te zijn. Het vinden van een goede balans tussen props en negative space levert de mooiste plaatjes op.
Bij deze boterkoek heb ik er bijvoorbeeld voor gekozen om de koek niet precies in het midden te plaatsen. Ik heb er bewust voor gekozen om ruimte leeg te laten, oftewel nagative space. Als achtergrond gebruikte ik mijn zelfgemaakte paneel met structuur gecreëerd door muurvuller.
7. Maak een beautiful mess
Eén van de redenen waarom ik Marianne van Homecookingdept zo bewonder? Omdat zij een kei is in het creëren van een ‘beautiful mess’. Wat is dat? Ik bedoel ermee dat je iets meer leven in je foto brengt door bijvoorbeeld wat kruimels in beeld te tonen, wanneer je een foto van een taart neemt. Of dat je wat saus aan een lepel laat zitten. Of dat je wat losse kruiden rond het gerecht strooit, mits die kruiden in het gerecht zitten natuurlijk. Of dat een snijplank niet kaarsrecht ligt, maar expres een beetje scheef. Georganiseerde, subtiele chaos dus. Het zorgt voor echtheid en speelsheid. Pas echter wel op, de scheidslijn tussen een vieze bende en beautiful mess kan dun zijn. Houd het dus subtiel. Maar doe het zeker wel, want het brengt je foto echt veel meer tot leven. Ik zelf heb het creëren van een beautiful mess best wel lang lastig gevonden. En nog steeds ben ik er geen ster in. Voor je het weet wordt het te druk en dat is nou ook weer niet wat je wilt. Maar daarom kijk ik dan ook zo graag naar de prachtige plaatjes van Marianne, en probeer ik dingetjes over te nemen in mijn eigen foto’s.
Kruimels overal, een voorbeeld van ‘a beautiful mess’.
8. Maak van tevoren een keuze
Het scheelt erg veel tijd en moeite als je van tevoren een beetje bedenkt hoe de foto eruit moet komen te zien qua styling. Ikzelf kies meestal als eerste de achtergrond. Worden het de witte houten planken? Stof? Marmer? Daarna kies ik borden, bestek, snijplankjes en eventueel een theedoek uit. Natuurlijk kun je hier nog een beetje mee spelen zodra je gerecht af is. Kijken wat goed werkt. Of er nog niets bij moet. Of juist iets weg. Maar het scheelt absoluut tijd als je van tevoren al een beetje bedacht hebt waar je heen wilt. Ik heb in het begin weleens de fout gemaakt dat ik niet goed kon kiezen en dat ik dan maar voor twee verschillende manieren van stylen ging. En dan fotografeerde ik beide en koos ik later welke het ging worden. Wat mij betreft geen aanrader, want het is natuurlijk dubbel zoveel werk! Probeer daarom voor je begint al een beetje een plannetje te bedenken. Dat scheelt echt! Denk ook vooraf alvast na over vanuit welke hoeken je wilt fotograferen. Sommige gerechten zijn prachtig om van bovenaf te fotograferen, bij andere gevallen kan het juist heel leuk zijn om foto’s van voren te maken. Denk hier van tevoren alvast over na zodat je er rekening mee kunt houden wanneer je de setting uitkiest. Sommige mensen kiezen ervoor om de camera op een statief te plaatsen, maar ikzelf ben daar niet zo van. Ik voel me dan beperkt in mijn creativiteit. Ik fotografeer graag vanuit alle hoeken en lig af en toe zelfs languit op de vloer door mijn lens te turen, haha. Alles voor dat ene plaatje. 😉
Toen ik deze oranjekoek ging fotograferen wist ik direct dat ik voor mijn ‘witte planken achtergrond’ wilde gaan. Door al het wit springen de gekleurde gebakjes er extra uit!
9. Let op de details
Ik vind het heel tof om een zekere nonchalance in foto’s te laten terugkomen (beautiful mess!), maar toch vind ik het ondertussen ook belangrijk dat alles er verzorgd uitziet. Als ik fruit op de foto zet kies ik natuurlijk voor vers fruit en vis ik de verlepte exemplaren eruit. Vergeet ook niet om de stickertjes van fruit af te pulken. Als ik een ei fotografeer draai ik hem zo dat je de code die erop gedrukt staat niet ziet. Als ik een salade vast leg probeer ik er niet al te veel saus overheen te kieperen, want dat ziet er op de foto dan weer niet uit. Het zijn allemaal kleine dingetjes, maar wat mij betreft wel belangrijk. Ja, ik ben best wel perfectionistisch, ik ontken het niet.
Ook een niet geheel onbelangrijk detail: kies het juiste focuspunt. Als je een soep fotografeert is het zonde als je camera per ongeluk scherp stelt op de rand van de kom, in plaats van op de soep. Of dat je camera scherp stelt op de taartschep in plaats van op de taart.
10. Bewerking
Een goed geschoten foto heeft op zich niet veel bewerking nodig, maar een kleine touch up kan je foto vaak wel net iets mooier maken. Ikzelf licht mijn foto’s altijd een beetje op in Photoshop en scherp het contrast en heel klein beetje aan. Meer doe ik eigenlijk niet. Lightroom schijnt ook een fijn programma te zijn om foto’s te bewerken, maar dat programma heb ik nog niet uitgeprobeerd. Ik schiet al mijn foto’s in jpg en als je die foto’s heel veel meer gaat bewerken gaat dat ten koste van de kwaliteit. Wil achteraf nog van alles kunnen aanpassen zonder kwaliteit te verliezen? Dan zou je in raw moeten fotograferen. Die foto’s hebben juist best nog wel wat bewerking nodig. Ikzelf moet eerlijk zeggen dat ik dat nog spannend vind. Een nieuwe uitdaging dus!
Tot slot
Heb ik nog een specifieke don’t? Ja, die heb ik ook. Ik wil dat alles eetbaar blijft. Ik spray dus nooit haarlak over de aardbeien voor extra mooie glans. Of weet ik veel wat wat er soms gebruikt wordt. Ik vind dat maar raar. Ik vind eten weggooien vreselijk zonde, dus dan maar geen extra mooie glans. 😉 Ik houd het graag naturel en eet alles naderhand altijd lekker op of deel het uit. 🙂
Tot zover mijn tien ultieme tips voor foodfotografie. Ik ben zelf ook nog lang uit uitgeleerd en oefen nog elke dag rustig door. Ik vind mijn foto’s nog lang niet perfect, maar ik vind het wel leuk om mijn eigen progressie te zien. Ik vind het echt leuk om mezelf dingen te leren. 🙂
Mocht je zelf nog een gouden tip hebben, deel hem dan vooral in de comments.
Ps. Wil je meer zien van mijn werkwijze? Volg me dan op Instagram ,want ik geef via Instastories regelmatig een kijkje achter de schermen. En natuurlijk komen Hermie en Moos dan ook voorbij, want die zijn altijd in de buurt als ik aan het fotograferen ben. 🙂
9 Comments
Gelukjes van Maris
23 juni 2018 at 09:02Kijk das nog eens fijn. Hier ga ik zeker mee aan de slag. En keep up the good work
X
Truusje
23 juni 2018 at 09:16Leuk om te horen!
Guus rauwerda
23 juni 2018 at 11:26Zeer leerzaam
Judith
25 juni 2018 at 10:34Heel fijn artikel! Ik vind jouw foodfoto’s er altijd gelikt uit zien, dus ik ben blij dat je wat tips hebt gegeven 🙂
Truusje
26 juni 2018 at 09:28Thanks Judith!
Stéphanie
27 juni 2018 at 09:43Wat een handige tips! Ik maak soms ook foodfoto’s en merk dat het resultaat niet altijd als gewenst is. Is toch een vak apart 😉 Jouw foto’s vind ik er overigens altijd top uitzien 🙂
Truusje
27 juni 2018 at 12:24Dankjewel Stéphanie. 🙂
Yanine
27 augustus 2018 at 19:59Handige tips! Ik vind food fotografie super leuk maar moet idd nog heel veel leren.
Truusje
27 augustus 2018 at 21:57Ik ben ook nog lang niet uitgeleerd. Maar oefening baart kunst. 🙂