Ik ben gek op toetjes. Als ik met mijn familie uit eten ga en mijn vader vraagt wie er nog een toetje wil, dan ben ik standaard de eerste die ‘ja!’ roept. En als een restaurant een grand dessert op de menukaart heeft staan, dan is mijn keuze snel gemaakt. Laatst was ik in een restaurant en daar hadden ze een dessert parade! Werd ik ook helemaal wild van. Mijn vriend daarentegen is helaas niet zo van de toetjes, dus thuis houd ik het meestal simpel. Behalve als er iemand komt eten, dan maak ik negen van de tien keer wel een ‘speciaal’ dessert. Gelukkig krijgen wij heel regelmatig eters, dus kan ik lekker vaak uitpakken.
Koken
Toen ik klein was wist ik niet beter of soep kwam uit een pakje. Water met een zoutig smaakje, ik vond er ondanks de gehaktballetjes niet veel aan. Soepen in restaurants vond ik vaak wel lekkerder, maar ik kon er nooit de vinger op leggen waarom die soepen zoveel dikker en smaakvoller waren. Hoe kon dat toch? Toen ik ouder was kwam ik erachter dat je een volle soep heel simpel zelf kunt maken zónder pakje en werd de staafmixer mijn beste vriend. Nu maak ik heel regelmatig zelf een goedgevulde, verse soep. Ik heb al heel wat soorten geprobeerd, maar wortelsoep vind ik een van de lekkerste soepen van allemaal. Ik eet het graag tussen de middag.
Als kind vond ik cake maar een raar product. Dan gingen we ergens op visite en dan deelde de gastvrouw enthousiast mee dat ze speciaal voor het bezoek een cake had gebakken. Ik begreep nooit wat daar nou precies de meerwaarde van was. Waarom zou je cake eten als er ook zoiets lekkers als taart bestond? Datzelfde had ik trouwens met ijs. Toen ik jonger was had ik mezelf wijsgemaakt dat ik geen waterijs lustte, louter en alleen omdat ik liever dikke Magnums vrat. Ja. ik was een bijzonder kind.
Ik ben niet zo’n hele grote liefhebber van brood. Ja, suikerbrood, croissantjes, witte bolletjes, stokbrood, dat soort brood lust ik wel. Maar omdat het nu eenmaal geen goed idee is om dat iedere dag naar binnen te werken, zit ik dagelijks braaf aan een paar sneetjes volkoren waldkornbrood. ‘s Ochtends gaat dat nog vrij goed, maar tussen de middag gaat dat saaie brood me vaak al een stuk meer tegenstaan. Daarom maak ik als ik het aan tijd heb weleens een lekkere lunchsalade voor mezelf, want sla verveelt me nooit. Je kunt er zoveel kanten mee op. Onlangs bedacht ik een recept met warme kip in een fijne marinade en dat pakte zo goed uit, dat ik het recept vandaag graag met je wil delen. Het is echt zo lekker!
Officieel mag het dan zomer zijn, wat het weer betreft kun je mij af toe ook best wijsmaken dat het herfst is. Prima weer voor een soepje dus. Toen onlangs de tomaten bij de Appie in de aanbieding waren, kwam ik meteen in de verleiding om een lekkere verse tomatensoep te maken.
Ik zeg het maar meteen eerlijk: ik bak eigenlijk nooit iets gezonds. En ja, dat durf ik rustig te zeggen in een tijd waarin zaden, pitten en ander vogelvoer hoogtij vieren. Waarom bak ik nooit iets gezonds? Omdat ik daar simpelweg niks aan vind. Als ik zin heb in een gezonde snack, dan pak ik wel een kiwi. Bakken is wat mij betreft een pure zoete aangelegenheid. En dat mag best eens (altijd!) ongezond zijn. ‘Gezonde’ baksels vind ik nu eenmaal een heel stuk minder lekker en dus ook veel minder leuk om te maken.
Hoera, mijn allereerste blogpost is een feit! Waar die blogpost over moet gaan? Daar hoefde ik niet lang over na te denken; taart natuurlijk! Feestelijker kan niet én ik ben er zelf dol op. Bij dezen daarom het recept voor een feestelijke frisse kwarktaart in een knallend kleurtje. Hij is niet moeilijk om te maken, maar ziet er net even anders uit dan een standaard kwarktaart.