Honden

We hebben een tweede hond


Terwijl ik dit zit te typen klinkt er zacht gesnurk vlak naast mij. Niet van één hond, maar van twee. Sinds een week heeft Hermie namelijk een broertje; kooiker-kruising Moos. We zijn er zo blij mee! Vandaag vertel ik hoe Moos in ons leven is gekomen en wat onze afwegingen zijn geweest om een tweede hondje in huis te nemen.

Dat ik ‘later’ graag een hondje wilde hebben wist ik al heel lang. Ik ben gek op deze dieren en prijs me dan ook erg gelukkig dat ik een vriend tegen het lijf gelopen ben die minstens zo gek is op honden als dat ik dat ben. Ook over het type hond konden we het heel goed samen eens worden. Jelm omschreef zijn wensen als volgt; klein, lief en wollig, dat moest ons hondje zijn. Ik ben zelf opgegroeid met een Cavalier King Charles Spaniël en weet als geen ander hoe lief deze hondjes zijn. Daarnaast hebben ze een prima uithoudingsvermogen en kun je er lekker mee op pad. Klein en wollig zijn ze ook nog, dus gingen we voor een Cavalier. Van tevoren probeerde ik zo goed mogelijk research te doen, want ik moest er niet aan denken per ongeluk bij een broodfokker op de stoep te belanden. De dag dat we Hermie ophaalden herinner ik me nog goed. Die nacht kon ik amper in slaap komen en de volgende ochtend waren Jelm en ik idioot vroeg wakker. Vanaf die dag heb ik mezelf de titel hondenmoeder gegeven en ik heb zelden een keuze gemaakt die me beter is bevallen dan deze. Het is zo leuk om een eigen hondje te hebben! Het brengt zoveel vrolijkheid, liefde en gezelligheid met zich mee. En ja soms regent het en moet je toch naar buiten. En af en toe blijft er een poepje in de vacht hangen. Of vind je kots in de gang. Maar dat kan mij allemaal niks schelen. De verzorging van een hond geeft mij zoveel voldoening en energie, daar kan geen poepje of regenbuitje tegenop.

Dat ik stiekem begon te dromen over een tweede hondje was dan ook bijna onvermijdelijk. Maar het kon niet, hield ik mezelf voor. Want we hebben geen ruimte voor een tweede bench in huis. Jelm beaamde dat maar al te graag. Het kon echt niet. Tot ik op een dag zo slim was om er een meetlint bij te pakken. Ik mat de muur op en kwam tot de ontdekking dat er makkelijk een tweede bench naast die van Hermie kon staan. Wat een eye-opener. Ik stormde meteen de trap op om Jelm het heugelijke nieuws te vertellen. Hij vond het iets minder heugelijk en was eerst niet zo’n fan van het idee om er een hondje bij te nemen. Maar ik ken Jelm. Hij is wel vaker in eerste instantie niet zo enthousiast over een idee van mij, maar als puntje bij paaltje komt blijkt hij het eigenlijk altijd toch wel heel erg leuk te vinden. Dus mijn plannen voor een tweede hondje gooide ik niet meteen overboord. Ik begon na te denken over wat voor soort hondje ik zou willen hebben. Opnieuw een Cavalier kopen leek een voor de hand liggende keuze, maar ik wist meteen dat ik dat niet wilde. Ja, ik vind het prachtige hondjes en ja ze zijn echt vreselijk lief. Maar ik zie al jaren zoveel hondenleed op internet voorbijkomen. Honden die met smart zitten te wachten op dat ene gouden mandje. Het idee om opnieuw naar een fokker te gaan, te wachten tot er nestje met hondjes wordt geboren om er vervolgens voor veel geld een te kopen, voelde niet goed. Er zijn zoveel honden die allang op deze wereld rondlopen maar nog steeds geen fijn thuis hebben gevonden, daar wilde ik zo graag iets voor betekenen. En daarbij, ik heb al één prachtige Cavalier, waarom zou ik dan nog een tweede in huis halen? De keuze stond voor mij vast, ik wilde een ‘zielige’ hond. Het type maakte me niet zoveel uit, wel wist ik dat ik opnieuw voor een kleiner hondje wilde gaan omdat dat het beste bij Hermie, bij ons en ons huis past.

Ik begon me te verdiepen in stichtingen die zich inzetten voor kansloze honden die onder erbarmelijke omstandigheden in het buitenland leven. Zulke stichtingen bemiddelen tussen zulke honden en Nederlandse baasjes. Ik kwam een klein Spaans hondje tegen en had hier direct een goed gevoel bij. Helaas kwam dit hondje naar Nederland op het moment dat wij op vakantie zouden zijn en er was een tekort aan Nederlandse gastgezinnen waar hij tijdelijk zou kunnen verblijven. ,,Ja, hij kon ook wel mee op vakantie misschien”, opperde een vrijwilligster van de stichting iets te enthousiast. Zoiets kan natuurlijk helemaal niet, zo’n hondje weet niet wat hem overkomt. Dus dat liep op niets uit. Later kwam ik via een andere stichting een lief hondje uit Roemenië tegen. Deze stichting pakte alles een stuk serieuzer aan (heel goed!) en werkte met uitgebreide intake-formulieren. We kwamen door de selectie heen en werden gebeld voor een telefonische kennismaking. We ontdekten dat de mevrouw achter deze stichting zich met heel haar hart inzette voor de rescuehonden en daar erg veel ervaring mee had. Helaas wist ze haar kennis niet op een prettige manier op ons over te brengen. Ze interpreteerde onze belangstellende vragen verkeerd en het lukte ons bovendien amper om überhaupt een vraag te kunnen stellen. Jelm ontplofte bijna van irritatie en ik werd er zelf ook niet blij van. Toen bleek dat ook dit hondje in Nederland aan zou komen gedurende een van onze vakanties werd duidelijk dat het hem wederom niet zou worden. Ik vond dat ontzettend spijtig, maar het was misschien ook maar beter ook, want Jelm zag het totaal niet meer zitten met die mevrouw, die we de toepasselijke bijnaam ‘de kenau’ gaven.

Hoewel ik nog steeds openstond voor een hondje uit het buitenland, zij het via een andere stichting, wilde Jelm er liever niet meer mee doorgaan. ,,Je weet niet goed wat je in huis haalt, ik wil meer weten over de achtergrond”, stelde hij. En daar zit natuurlijk iets in. Jelm was bang dat we per ongeluk met een hele bazige, pittige hond zouden eindigen en wilde voorkomen dat Hermie met zijn onderdanige karaktertje ondergesneeuwd zou worden. Een hond uit Nederland gaf hem een beter gevoel en dus besloten we ons nu daarop te richten. Ondertussen boden we aan om twee weken op buurhond Charlie te gaan passen, zodat we konden ervaren hoe het daadwerkelijk zou zijn om twee honden te hebben. Dit beviel ons zo ontzettend goed dat ook Jelm steeds zekerder werd van zijn zaak. We begonnen de Nederlandse asielen actiever in de gaten te houden en namen nu dagelijks een kijkje op de site www.ikzoekbaas.nl van de dierenbescherming. Het viel ons op dat er helemaal niet zoveel kleine hondjes in de Nederlandse asielen zitten en als ze er wel zitten hebben ze vaak binnen een mum van tijd een nieuw baasje gevonden. Oudere hondjes zitten helaas wel vaak langer in het asiel. We waren eigenlijk niet van plan om voor een oudere hond te gaan, maar toen ik het verhaal las van een elf-jarige stumper die eenzaam en verlaten op een druk kruispunt was achtergelaten begon ik het toch te overwegen. In de omschrijving las ik dat het hondje weliswaar oud was, maar ook nog graag ging wandelen en mee op pad wilde. Zou het dan toch misschien niet iets voor ons zijn? Ik gunde het hondje het zo en dus reden Jelm, Hermie en ik op een zaterdag naar het asiel in Rotterdam om kennis te maken. Helaas zagen we meteen al dat dit niet goed zou komen. We maakten een proefwandeling en ontdekten dat het tempo van het hondje en Hermie echt mijlenver uit elkaar lag. Het was te verwachten natuurlijk, maar we hadden zo gehoopt dat het verschil misschien een beetje mee zou vallen. We hadden het hondje zo een mooie oude dag gegund. Gelukkig maakte dit hondje niet direct heel veel contact met ons, wat de beslissing voor ons iets minder pijnlijk maakte. Alsnog had ik de tranen in de ogen staan, maar gelukkig reageerde de mevrouw van het Rotterdamse asiel ontzettend begripvol en vriendelijk. Ze vertelde ons dat er een ouder echtpaar was dat ook erg geïnteresseerd was in het hondje en dat dat waarschijnlijk een betere match zou zijn. Al met al een hele ervaring en leerzaam bovendien. We besloten om onszelf niet nogmaals in zo’n lastige situatie te manouvreren en namen ons voor om vanaf nu alleen nog maar te reageren op hondjes tot een jaar of vier.

Amper een week later zag ik op de Facebookpagina van de dierenbescherming een filmpje voorbijkomen waarin een medewerker van de dierenbescherming hondjes redde uit de schuur van een broodfokker. Ik zag piepende hondjes in kleine hokjes, onder de vlooien, in de poep en in het donker. Eén hondje zat moederziel alleen in een hok, een andere had een vreselijke ontsteking aan zijn staart. Mijn hart brak. Maar ik wist ook meteen dat ik in actie wilde komen. Ik vroeg me af wat de dierenbescherming met de geredde hondjes zou gaan doen. Ik hoopte vooral maar dat ze niet zouden worden afgemaakt. Ik vroeg het en kreeg snel daarna antwoord. De hondjes verbleven alle 23 in een speciale opvang waar ze de eerste zorg zouden krijgen. Daarna zouden ze over verschillende Nederlandse asielen worden verspreid. Jelm en ik wisten meteen dat we een van de hondjes in huis wilden halen. We hielden de site van de dierenbescherming nog nauwlettender in de gaten dan we al deden en toen ik het eerste hondje uit de schuur van de broodfokker op de site zag verschijnen hebben we diezelfde avond nog een mail verstuurd. Daarna ging het snel. De hondjes bleken inmiddels bij gastgezinnen te zijn ondergebracht om een begin te maken met het wennen aan het normale leven in een huis in plaats van een donker hok. ‘Ons’ hondje bleek bij hele lieve mensen in Oosterbeek te verblijven en we mochten meteen samen met Hermie komen kijken. Een paar dagen later zijn we bij het asiel langs geweest om de papieren in orde te maken en daarna mocht ons kleine nieuwe gezinslid mee naar Friesland. We gaven hem de naam Moos en met zijn lieve snuitje en prachtige oogjes veroverde hij direct een plaatsje in ons hart.

De eerste avond in ons huis was ontzettend spannend voor Moos. Ik had een speeltje meegekregen van het gastgezin met de vertrouwde geur eraan en die had ik in Moos zijn bench gelegd. Hij is ernaast geploft en is de rest van de avond zo blijven liggen. Drinken vond hij te eng, eten ook en zelfs plassen durfde hij amper. Toch verliep de eerste nacht zonder gepiep, want Moos voelde zich direct thuis bij Hermie. En hoewel Hermie eventjes moest wennen is hij nu ook heel blij met Moos. Ze zijn nu ongeveer even groot en echt aan elkaar gewaagd. Ze kunnen zo leuk stoeien samen! Moos is nu vijftien weken en zal een klein slagje groter worden dan Hermie is. We zijn ontzettend blij met hem!

Moos woont vandaag precies een week bij ons en ik vind het ontroerend om te zien hoe ontzettend goed hij het doet, ondanks zijn afschuwelijke start. Hij vindt veel dingen nog wat spannend, maar zolang Hermie in de buurt is houdt hij zijn staartje fier in de lucht. Hij is zo blij en vrolijk als wat en wil heel graag door ons geaaid worden. Hij is slim, lief en nieuwsgierig. Een schatje is het. We hopen nog heel lang van Moos te kunnen genieten en hopen vaak met hem op pad te gaan.

Tot zover het verhaal over ons nieuwste gezinslid. Mocht je nog vragen hebben, stel ze dan gerust in de comments. Bedankt voor het lezen!
Collage Moos 2

Ps. Mocht je ook overwegen om een hondje te nemen, lees dan zeker deze checklist goed door om te voorkomen dat je een hondje koopt bij een malafide fokker. Want door bij zulke mensen te kopen houd je de handel in stand en ben je in feite net zo slecht bezig als de broodfokker in kwestie.

 

 


Dit vind je denk ik ook leuk:

No Comments

Laat een berichtje achter